BSR 15/11 u3bd H2 Vroeger - Lezen H2

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Open je boek alvast op blz 48-49.

Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

Start van het hoofdstuk
blz. 40-41: Lezen

Voordat we beginnen:

Welkom U3BD

Hoofdstuk 2

VROEGER

Waar werken in deze les naartoe?

• Je kunt bepalen wat het tekstdoel van een tekst is.
  
• Je weet welke tekstsoorten bij welke tekstdoelen horen (schema). 
• Je kunt aan een tekst zien voor welk publiek een tekst bedoeld is.
  

Deze les              45 minuten

Uitleg Lezen H2

Opdracht 1 t/m 5 maken bespreken

Lezen H2 afmaken:

Opdracht 5 + 6 maken

Opdracht 9 via Magister leermiddelen

Gezamenlijk afronden

10 minuten

10  minuten

10 minuten

10 minuten

5 minuten

In welke situaties schrijf je een zakelijke mail?

Hoe begin je een zakelijke mail?

Hoe eindig je een zakelijke mail?

• Vandaag

Lezen H2 afronden.

• Maandag 20 november en
  dinsdag 21 november

Schrijven H2 (zakelijke mail).
 

• Woensdag 22 november

Toets Schrijven H2 (zakelijke mail).

Deze wordt samen met je eerdere schrijftoets beoordeeld.

De planning

Tekstdoelen en tekstsoorten

Tekstdoel	De schrijver wil...	Tekstsoort
Informeren	dat je iets te weten komt.	nieuwsbericht, artikel in krant of tijdschrift, schoolboektekst.
Overtuigen	dat je dezelfde mening als de schrijver krijgt.	reactie op een website/Insta of ingezonden brief.
Instrueren	uitleggen hoe je iets moet doen.	recept, handleiding, gebruiksaanwijzing.
Activeren	dat je iets gaat doen.	reclametekst of advertentie.
Waarschuwen	dat je iets niet doet.	reclametekst, advertentie of folder.
Adviseren	je raadt geven.	folder (van bijv. de apotheek).
Amuseren	je vermaken.	strip, mop, cabarettekst, verhaal.

Instructie

Publiek (doelgroep)

Wat: Om het tekstdoel te bereiken, moet de schrijver rekening houden met de groep voor wie hij schrijft, het publiek. 

Hoe: Aan het onderwerp, de bron, de lay-out en het taalgebruik kun je zien voor welk publiek de tekst bedoeld is.

Huiswerk bespreken

Opdracht 1: Koppel de tekstsoort aan het tekstdoel.
Bepaal ook voor welk publiek de tekst is geschreven. 

Voor welk publiek is deze tekst geschreven?
Waar zie je dat aan?

Voor welk publiek is deze tekst geschreven?
Waar zie je dat aan?

Voor welk publiek is deze tekst geschreven?
Waar zie je dat aan?

apps.noordhoff.nl

Wat?	Hoofdstuk 2: Vroeger (blz. 52-55). Lezen H2. Tekstdoelen, tekstsoorten en publiek. Opdracht 5, 6 en opdracht 9 (9 is een digitale opdracht).
Hoe?	Maak de opdrachten in je boek.
Hulp	Steek je vinger op als je iets niet begrijpt.
Tijd	10 minuten.
Klaar?	Lees alvast de theorie van Kijken en luisteren H2 op blz. 62 van je boek.

Huiswerk (individueel)

Waar werken in deze les naartoe?

• Je kunt bepalen wat het tekstdoel van een tekst is.
  
• Je weet welke tekstsoorten bij welke tekstdoelen horen (schema). 
• Je kunt aan een tekst zien voor welk publiek een tekst bedoeld is.
  

Check

vragen

Je weet wat je moet koken en je zoekt op internet een recept op.
Wat is het tekstdoel van dit recept?

Je hebt een nieuwe IKEA-kast gekocht en leest de handleiding om 'm in elkaar te zetten.
Wat is het tekstdoel van deze handleiding?

Neem deel onze LessonUp klas

Wat kun je hier vinden?

• LessonUps
• Video's
• Handige websites 

Klassencode:
u3bd: uecuk