BSR 14/11 u3bd H2 Vroeger - Lezen H2

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Open je boek alvast op blz 46-47.

Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

Start van het hoofdstuk
blz. 40-41: Lezen

Voordat we beginnen:

Welkom U3BD

Hoofdstuk 2

VROEGER

Waar werken in deze les naartoe?

• Je kunt bepalen wat het tekstdoel van een tekst is.
  
• Je kunt aan een tekst zien voor welk publiek een tekst bedoeld is.
  

Deze les              45 minuten

Starten met hoofdstuk 2 (opening)

Uitleg Lezen H2

Opdracht 1 t/m 5 maken 

Bespreken Lezen H2

Gezamenlijk afronden

10 minuten

 5  minuten

20 minuten

 5 minuten

 5 minuten

Deze week 
Lezen H2 afronden.

Volgende week

Kijken en luisteren H2.
 

Woensdag 22 november

Toets kijken en luisteren H1 en H2.

De planning

Startopdracht

Welke tekstdoelen ken je al?

Welke tekstsoorten ken je?

Wat?	Hoofdstuk 2: Vroeger (blz. 40-41) Lezen. De startopdracht
Hoe?	In tweetallen.
Hulp	Steek je vinger op als je iets niet begrijpt. We maken de opdrachten samen, dus zorg dat je bij blijft.
Tijd	Drie minuten.
Klaar?	Lees de theorie en begin alvast aan opdracht 1.

Startopdracht ( in tweetallen)

Instructie

Tekstdoelen: de schrijver wil iets bereiken met de tekst, hij heeft een doel.

Tekstdoel	De schrijver wil...	Tekstsoort
Informeren	dat je iets te weten komt.	nieuwsbericht, artikel in krant of tijdschrift, schoolboektekst
Overtuigen	dat je dezelfde mening als de schrijver krijgt.	reactie op een website/Insta of ingezonden brief
Instrueren	uitleggen hoe je iets moet doen.	recept, handleiding, gebruiksaanwijzing
Activeren	dat je iets gaat doen.	reclametekst of advertentie
Waarschuwen	dat je iets niet doet.	reclametekst, advertentie of folder
Adviseren	je raadt geven.	folder (van bijv. de apotheek).
Amuseren	je vermaken.	strip, mop, cabarettekst, verhaal.

Instructie

Publiek (doelgroep)

Wat: Om het tekstdoel te bereiken, moet de schrijver rekening houden met de groep voor wie hij schrijft, het publiek. 

Hoe: Aan het onderwerp, de bron, de lay-out en het taalgebruik kun je zien voor welk publiek de tekst bedoeld is.

Lees de eerste tekst van opdracht 1.

Vraag 1: Wat is het tekstdoel van deze tekst?
Vraag 2: Voor welk publiek is deze tekst geschreven? Kies uit: kinderen/jongeren/volwassenen.

Lees de tweede tekst van opdracht 1.

Vraag 1: Wat is het tekstdoel van deze tekst?
Vraag 2: Voor welk publiek is deze tekst geschreven? Kies uit: kinderen/jongeren/volwassenen.

apps.noordhoff.nl

Wat?	Hoofdstuk 2: Vroeger (blz. 48-52) Lezen H2. Tekstdoelen en tekstsoorten. Opdracht 1 t/m 4 (af)maken.
Hoe?	In je schrift.
Hulp	Steek je vinger op als je iets niet begrijpt.
Tijd	10 minuten.
Klaar?	Maak een start met opdracht 5.

Huiswerk (individueel)

Waar hebben we in deze les naartoe gewerkt?

• Je kunt bepalen wat het tekstdoel van een tekst is.
  
• Je kunt aan een tekst zien voor welk publiek een tekst bedoeld is.
  

In je favoriete magazine staat veel reclame.
Wat is het tekstdoel van deze reclame?

Je hebt een nieuwe IKEA-kast gekocht en leest de handleiding om 'm in elkaar te zetten.
Wat is het tekstdoel van deze handleiding?

Neem deel onze LessonUp klas

Wat kun je hier vinden?

• LessonUps
• Video's
• Handige websites 

Klassencode:
u3bd: uecuk