1A 11 maart (Pos x: neg, deel 1))

• Wiskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Negatieve getallen optellen en aftrekken

Negatieve getallen vermenigvuldigen en delen deel 1

 negatieve getallen vermenigvuldigen en delen deel 1

BK: Maak opdracht 44 t/m 49 op blz. 28 en 29

KGT: Maak opdracht 30 t/m 35 op blz. 19 en 20

en?

BK: Maak opdracht 44 t/m 49 op blz. 28 en 29

KGT: Maak opdracht 30 t/m 35 op blz. 19 en 20

Vrijdag 26 maart: toets h6

Negatieve getallen optellen en aftrekken met de heksenketel

Afgelopen wiskunde les, dinsdag, hebben we geoefend met optel en aftrek sommen met negatieve getallen. Dit deden we met de heksenketel.

We gaan nu eerst nog een paar van dat soort sommen oefenen en daarna aan de slag met de nieuwe stof

Hoe warm is de ketel bij de start?

Voeg ik blokjes toe of haal ik ze eruit?

Zijn dit warme of koude blokjes?

Stijgt of daalt de temperatuur?

12+−9=...

• Hoeveel graden is de ketel bij de start?
  
• 12graden
• Voeg ik blokjes toe of haal ik ze eruit?
  
• Je voegt toe 
  
• Wat voor blokjes zijn dat?
  
• Koude blokjes
  
• Stijgt of daalt de temperatuur?
  
• Daalt
• Wat is de eindtemperatuur?
  
• 3 graden 

Hoe warm is de ketel bij de start?

Voeg ik blokjes toe of haal ik ze eruit?

Zijn dit warme of koude blokjes?

Stijgt of daalt de temperatuur?

−4+7

• Hoeveel graden is de ketel bij de start?
  
• - 4 graden
• Voeg ik blokjes toe of haal ik ze eruit?
•  Voegt blokjes toe
• Wat voor blokjes zijn dat?
• Warme blokjes
• Stijgt of daalt de temperatuur?
• Stijgt
• Wat is de eindtemperatuur?
• 3 graden

Hoe warm is de ketel bij de start?

Voeg ik blokjes toe of haal ik ze eruit?

Zijn dit warme of koude blokjes?

Stijgt of daalt de temperatuur?

−3−−8=...

• Hoeveel graden is de ketel bij de start?
• - 3 graden
• Voeg ik blokjes toe of haal ik ze eruit?
• Haalt eruit
• Wat voor blokjes zijn dat?
• Koude blokjes
• Stijgt of daalt de temperatuur?
• Stijgt 
• Wat is de eindtemperatuur?
• 5 graden

Denk steeds aan de heksenketel!
-12+13=

Denk steeds aan de heksenketel!
-11+-7=

Denk steeds aan de heksenketel!
-11- -7=

x en : met negatieve getallen  (deel 1)

Negatief x positief

Wanneer je een negatief getal vermenigvuldigt met een positief getal, dan is de uitkomst negatief.

bijvoorbeeld:

- 2 x 3 = - 6 

Positief x negatief

Wanneer je een positief getal vermenigvuldigt met een negatief getal, dan is de uitkomst negatief.

bijvoorbeeld:

2 x - 3 = - 6

Wanneer één van de twee getallen bij een vermenigvuldiging negatief is, is de uitkomst ook negatief.

-2 x 3 = - 6

2 x - 3 = - 6

4 x -5 = - 20

- 4 x 5 = - 20

Samen oefenen (zonder rekenmachine)

• 5 x - 2 = ?
• antwoord: 5 x - 2 = - 10
•  - 2 x 6 = ?
• antwoord: - 2 x 6 = - 12
• - 1 x 13 = ?
• antwoord: - 1 x 13 = - 13
• 7 x - 3 = ?
• antwoord: 7 x - 3 = - 21

Aan de slag

BK: Maak opdracht 44 t/m 49 op blz. 28 en 29 

KGT: Maak opdracht 30 t/m 35 op blz. 19 en 20

Klaar? Laten zien aan docent en nakijken 

(kgt nakijkboeken liggen in lokaal 3)

Nagekeken en tijd over, maak de rekenbreak aan het eind van de paragraaf waar je nu aan gewerkt hebt.

Huiswerk voor vrijdag 12 maart

Als het morgen nog niet helemaal af is , is dat niet erg. Morgen in de les gaan we namelijk verder met deze paragraaf en dan kan je deze opdrachten ook nog afmaken.

BK: Maak opdracht 44 t/m 49 op blz. 28 en 29

KGT: Maak opdracht 30 t/m 35 op blz. 19 en 20

Vrijdag 26 maart is de toets van h6