5-9-InformelleBriefe-Wiederholung-Sichvorstellen-Seite20

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 5

Hausaufgabe war:

 Lernen: Schreibmittel persoonlijke mail/brief: Seite 20

Ziel dieser Stunde:

Schreiben:

- ich lerne und wiederhole Form und Konventionen von informellen Briefen

- ich kann mich vorstellen in informellen und formellen Briefen

Datum

Wanneer je je brief begint, noteer je de datum rechts boven:

Bijvoorbeeld: 

5. September 2024

5.9.2024

Anrede (aanhef)

Je begint je brief altijd met een aanhef.

Als je aan een meisje schrijft: Liebe Anna,

Als je aan een jongen schrijft: Lieber Peter,

Of: Hallo Anna,               Hallo Peter,

! Vergeet hier niet de komma!

Erster Buchstabe klein

Na je aanhef begin je je brief:

Liebe Anna,

wie geht es dir?

--> je begint dus met een kleine letter !

Absätze (alinea's)

Ook in een brief is het belangrijk voor de lezer dat hij/zij een helder verhaal krijgt. Gebruik daarom alinea's.

- elk deelonderwerp is 1 alinea

- zorg dat de alinea's netjes op elkaar aansluiten

- tijdens je SE noteer je het deelonderwerp voor de kantlijn

Grußformel (slotgroet)

Je sluit een persoonlijke brief of mail af met een groet.

Na de laatste zin groet je met bijvoorbeeld:

- Tschüs!

- Mach's gut!

- Viele Grüße 

- Alles Gute

LET OP: na de groet krijg je GEEN komma

Gevolgd door je naam (dit schrijf je onder de groet)

als je een meisje bent: Deine Christel

als je een jongen bent: Dein Hans

Eens even kijken of jullie het doorhebben...

De datum bij een brief noteer je zo:

1. 5 September 2024
2. 5.9.2024
3. 5. September 2024
4. 5. September

Hoe is de aanhef als je een brief
of e-mail aan Anne stuurt?

Hoe is de aanhef als je een brief
of e-mail aan Peter stuurt?

De eerste letter van de inhoud (na de aanhef) is een...

1. hoofdletter
2. kleine letter

de juiste afsluiting is:

1. liebe grüße
2. Grüße
3. Liebe Grüße
4. Liebe grüsse

Je eindigt de persoonlijke brief of e-mail met je...

1. voornaam
2. voor- en achternaam
3. voorletter en achternaam
4. je achternaam

Hoe zeg je "hoe gaat het met je?"
in het Duits?

1. wie geht es mit dir?
2. wie geht es mit dich?
3. wie geht es dich?
4. wie geht es dir?

Bij een persoonlijke brief of e-mail spreek je degene aan met "Sie"

1. waar
2. niet waar

In een persoonlijke e-mail spreek je degene altijd aan met...

Bij een brief schrijf je de datum ...

1. wel
2. niet

Sleep de zinnen in de juiste volgorde!

Lieber Peter,

wie geht es dir?

Liebe Grüße

je voornaam

Wat is correct?

1. Herzlichen dank
2. Herzlichen Dank
3. Herzlich Dank
4. Herzlich dank

Ik verheug me op jouw mail.

1. Ich verheue mich auf deine Mail.
2. Ich bin froh auf deine Mail.
3. Ich freue mich auf deine Mail.

Ik zou je iets willen vragen.

1. Ich möchte dich etwas fragen.
2. Ich hätte eine Bitte an dich.
3. Ich möchte dir etwas fragen.

Hoe reageer je goed op de vraag:
Wie geht es dir?

1. Mit mir geht es gut.
2. Mir geht es gut.

Hoe gaat het verder?
Ich weiß nicht, ...

1. ob das eine gute Idee ist.
2. oder das eine gute Idee ist.

Hoe gaat het verder?
Bringe ich das Handy gern ins Hotel, ...

1. ob nicht?
2. oder nicht?

Hoe vertaal je:
op internet?

Hoe vertaal je:
haar mail?

Hoe vertaal je:
jouw mail?

Hoe vertaal je:
een beetje?

Ziel: ich kann mich vorstellen in informellen und formellen Briefen

Schrijf op en gebruik hele zinnen:

=> naam, leeftijd, woonplaats/land, opleiding (havo), hobby's en kennis van talen

Tipp: Ich gehe in die 11. Klasse der Realschule.

Korrigiere, wenn nötig:

Mein Name ist ... und ich bin ... Jahre alt. 

Ich komme aus den Niederlanden und wohne in ....

Ich gehe auf die Realschule, dort gehe ich in die 11. Klasse. 

Im Mai habe ich meine Abschlussprüfungen.

Ich spreche sehr gut Englisch und gut Deutsch. 

Meine Hobbys sind Computerspiele spielen, Korbball/Fußball spielen und Freunde treffen.

- Ich kann mich vorstellen: sprechen 

Zu zweit oder zu dritt:

Stellt euch vor.

Tipp: Ich gehe in die 11. Klasse der Realschule.

Ziel: ich kann Fehler erkennen und korrigieren

In jedem Satz ist ein (halber) Fehler. Kannst du alle finden und verbessern? 

1) Ich war bei die Show von Jan Böhmermann.

2) Meine Meinung ist, das Tessa sympathisch ist.

3) Ich finde, dass Jan so nicht darf handeln.

4) Ich denke, dass er Tessa lächerlich macht und das ist nicht so hübsch.

5) Tessa ähnelt im Allgemeinen eine lustige Frau, aber ihre Briefe sind nicht in Ordnung.

Ziel: ich kann Fehler erkennen und korrigieren

In jedem Satz ist ein (halber) Fehler. Kannst du alle finden und verbessern? 

1. Ich war bei die Show von Jan Böhmermann.
2. Meine Meinung ist, das Tessa sympathisch ist.
3. Ich finde, dass Jan so nicht darf handeln.
4. Ich denke, dass er Tessa lächerlich macht und das ist nicht so hübsch.
5. Tessa ähnelt im Allgemeinen eine lustige Frau, aber ihre Briefe sind nicht in Ordnung.

Ziel: ich kann Fehler erkennen und vermeiden

1) Je krijgt jouw schrift terug.

2) Welke fouten heb je vaak gemaakt? 

Schrijf op in jouw schrift: "Hierop ga ik letten: ...".

=> hoofdletters, werkwoorden niet vervoegd, verkeerde woordenschat, afsluiting/naam vergeten, ...

3) Lees nog een keer de tips in de Reader, blz. 8/9.

Wat doe je al en wat ga in de toekomst nog meer doen?

Grammatica-fouten: 

bij 200 Woorden = 19 f = 5,6

Tips in de reader - deze ga ik in de toekomst gebruiken:

Wil je volgende week tijdens vakhulp (na het 7e uur) jouw brieven bespreken?

Ja, gerne!

Nein, danke.

Ich denke darüber nach.

Ziel erreicht?

Schreiben:

- ich lerne und wiederhole Form und Konventionen von informellen Briefen

- ich kann mich vorstellen in informellen und formellen Briefen

Morgen:

- Ich kenne den Konjunktiv und kann ihn benutzen

Ich hätte eine Bitte...             Hättest du vielleicht Zeit?

quizlet.com