H3.3 Geld voor de gemeente

H3.3 Geld voor de gemeente
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H3.3 Geld voor de gemeente

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Geld voor de gemeente
De gemeente doet allerlei nuttige dingen. Daar hebben ze geld voor nodig.

Een gemeente krijgt een deel van het geld/ budget van het Rijk ("Gemeentefonds"). 
Gemeentelijke belastingen en heffingen (denk aan: ozb, hondenbelasting, rioolheffing, afvalstoffenheffing, etc.)


Slide 3 - Diapositive

Hoe komt de gemeente aan geld?
  1. Het Rijk
  2. Gemeentelijke belastingen
  • Ozb (onroerendezaakbelasting) = percentage van WOZ-waarde van het huis
  • Toeristenbelasting
  • Parkeerbelasting
3. Gemeentelijke heffingen
  • Rioolheffing
  • Kaartje voor het zwembad
  • Kosten paspoort (=leges)
  • afvalstoffenheffing

Slide 4 - Diapositive

Huishoudboekje gemeente 
  • Inkomsten: onroerendezaakbelasting, afvalstoffenheffing, rioolrechten

Slide 5 - Diapositive

 Gemeentelijke belastingen
  • ozb -> onroerendezaakbelasting voor huiseigenaren
  • bijv. afvalstoffenheffing, rioolrechten voor iedereen
  • hondenbelasting als je een hond hebt.

Slide 6 - Diapositive

Afvalstoffenheffing
vast bedrag
een tarief per kilo ingeleverd afval

Slide 7 - Diapositive

Geld voor de gemeente
De tarieven verschillen per gemeente. Sommige gemeenten zijn duur andere goedkoper terwijl ze bijvoorbeeld naast elkaar liggen.


Slide 8 - Diapositive

Onroerendzaakbelasting
is belasting die gemeente opleggen aan eigenaren van huizen en andere gebouwen

Wordt berekend over.
  • WOZ-waarde van onroerende zaak ( getaxeerde waarde van een huis door de gemeente)
  • betaald door eigenaar van onroerende zaak

Slide 9 - Diapositive

3.3 Geld voor de gemeente
Onroerendezaakbelasting (OZB)
Belasting die je betaald over het 
pand/grond wat je bezit aan de gemeente.

Deze belasting wordt berekend op basis 
van de WOZ-waarde (wet waardering 
onroerende zaken)


Slide 10 - Diapositive

3.3 Geld voor de gemeente
WOZ-waarde: € 256.000        OZB: 0,1045%

Hoe hoog is het bedrag van de aanslag? Rond het bedrag naar beneden af op hele euro’s.

  • Stap 1: Deel de WOZ-waarde door 100.
  • € 256.000 : 100 = € 2.560




Slide 11 - Diapositive

3.3 Geld voor de gemeente
  • Stap 2: Vermenigvuldig de uitkomst van stap 1 met het OZB-percentage.
  • € 2.560 × 0,1045 = € 267,52

  • Stap 3: Rond het bedrag naar beneden af op hele euro’s.
  • € 267,52 wordt afgerond € 267




Slide 12 - Diapositive