1.1 persoonlijke voornaamwoorden

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Today ...
Vandaag gaan we de persoonlijke voornaamwoorden bespreken.

Doel: aan het einde van de les weten we wat de persoonlijke voornaamwoorden zijn in het Engels en kunnen we deze op de juiste manier toepassen in een zin.

Slide 2 - Diapositive

Een voorbeeld van een persoonlijk voornaamwoord in het Nederlands is:
A
hij
B
waar
C
huis
D
Susan

Slide 3 - Quiz

Uitleg ...
Een persoonlijk voornaamwoord gebruiken we in plaats van een zelfstandig naamwoord (een persoon, een dier, of een ding)...

Het meisje loopt - she walks
De jongen loopt   - he walks
De kat loopt -         it walks

Slide 4 - Diapositive

Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je al in het Engels?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoorden in het Engels:
Ik
Jij
Hij
Het
Jullie
Zij (mv)
Zij
Wij
He
We
You
They
You (ev)
It
She

Slide 7 - Question de remorquage

My sister is twenty-six years old.
..... lives in Spain.
A
I
B
you
C
she
D
they

Slide 8 - Quiz

My brothers are younger than me.
... always fight together.
A
I
B
she
C
he
D
they

Slide 9 - Quiz

My mum works at my school.
... is our head teacher.
A
they
B
she
C
I
D
we

Slide 10 - Quiz

My father is a pilot.
... is often away from home.
A
I
B
he
C
they
D
we

Slide 11 - Quiz

Now please tell me about your family. Have ... got any brothers and sisters?
A
I
B
she
C
we
D
you

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Ik kan de persoonlijke voornaamwoorden nu op de juiste manier gebruiken in een zin:
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
helemaal niet

Slide 14 - Quiz