Didactiek P1W3 - Ontwikkeling sturen met materiaal

• Didactiek
• MBO
• Studiejaar 2

Didactiek P1W3 : 

"Paragraaf 2.2: Ontwikkeling stimuleren met materiaal

Wat is nog onduidelijk rondom didactiek ?

Vang de bal

• Noem één van de 4 soorten ontwikkelingsmateriaal

Vandaag 

• De student weet welk ontwikkelingsmateriaal aansluit bij de ontwikkelingsfasen van een kind (tot 12 jaar).
  
• De student weet wie Friedrich Fröbel was en wat zijn visie op onderwijs is.
  
• De student weet wie Maria Montessori was en wat haar visie op onderwijs is. 

Paragraaf 2.2.

Wat weet jij

nog van : 

Vormgevende materialen zijn .....

1. puzzels
2. zand
3. teken- en schildermateriaal
4. iPad

Ontwikkelingsmateriaal

• Materiaal dat precies aansluit bij de ontwikkelingsfase van een kind. 

Twee ontwerpers van ontwikkelingsmateriaal

• Fröbel
• Montessori

Laat mij maar even..!

“Help mij het zelf te doen!” 

Maria Montessori  

1916

Montessori

• Ze is er van overtuigd dat kinderen zelf nieuwsgierig zijn om te leren ontdekken + ze ontdekken met zintuigen.
• Maakt ontwikkelingsmateriaal gericht op de zintuigen en de ontwikkelingsstappen.
• vb. een baby mobile

Fröbel

• Fröbellen betekent knutselen
• Maakt ontwikkelingsmateriaal dat uitdaagt
•  vb. Blokken bouwen voor peuters

Weet je nu wie Fröbel en Montessori zijn?

Ja!

Nee, niet helemaal

Leespauze

Paragraaf 2.2 : "Ontwikkeling stimuleren met materiaal " 

Bladzijde 49 t/m 57

Groep 1 = hoeken en verdere ontwikkeling : 4-6 jaar 

Groep 2 = realistische materialen  : 6-9 jaar 

Groep 3 = details materiaal ontdekken : 9-12 jaar

Groep 4 = complexe materialen : 13 - 20 jaar

Welke groep (4) gaat wat doen? 

Eindopdracht 3 :

Je gaat per leerteam een power-point, filmpje maken over één van de onderwijsvernieuwers. 

Volgende week wordt die door jullie gepresenteerd in de les. 

Als je het wilt gebruiken voor je einddossier kun je deze apart uploaden in It's learning.

Eindopdracht 3 : 

1. Wie is de persoon die de bedenker is van deze onderwijsvorm? (achtergrond info)

2. Wat is de visie/ wat zijn de hoofdkenmerken van deze vorm van onderwijs?

3. Welke onderwijsleermiddelen en welk materiaal werd er gebruikt binnen deze vorm van onderwijs?

Eindopdracht 3 :

Team 1: Fröbel

Team 2: Maria Montessori

Team 3: Rudolf Steiner

Team 4: Helen Parkhurst ( Dalton onderwijs)

Welke groep (4) gaat wat doen? 

En? behaald ?

• De student weet welk ontwikkelingsmateriaal aansluit bij de ontwikkelingsfasen van een kind (tot 12 jaar).
  
• De student weet wie Friedrich Fröbel was en wat zijn visie op onderwijs is.
  
• De student weet wie Maria Montessori was en wat haar visie op onderwijs is. 

Paragraaf 2.2.

wat kun jij bedenken bij creatieve ontwikkeling?

waarmee kun je de motoriek ontwikkelen?

welke ontwikkeling hoorde bij de cognitieve ontwikkeling?

1. lichamelijke
2. sociaal-emotioneel
3. creatieve
4. van het denken

speelgoed met kleuren en vormen

spelletjes met gezichten

prentenboeken

puzzels

figuren van groot naar klein

ordenen en tellen

cognitief en motorisch

taal en spraak

zintuigen

soc.emot.

Wat was nog onduidelijk ?

Let op : in de volgende les  gaan we presenteren !!

• OA4V2E in week 4
• OA4v2C in week 5 (vanwege uitval do 6 oktober)