5.1 De spiegel

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

5.1 De spiegel

Wat gaan we doen vandaag?

• Voorkennis 5 min
• Uitleg paragraaf 5.1  (10 min) 
• Zelfstandig werken 5.1 (15 min) 
• Afsluiting/Vragen 5.1 (10 min) Quiz

Lesdoelen

1. Je kunt natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen benoemen. 
   
2. Je kunt kenmerken van lichtstralen benoemen. 
   
3. Je kunt het begrip gezichtsveld beschrijven. 
   
4. Je kunt kenmerken van een spiegel benoemen. 
5. Je kunt een spiegelbeeld construeren.

Voorkennis

Noteer drie zaken waar je aan denkt als het over spiegels, schaduw en licht gaat.

Directe lichtbronnen

Deze geven zelf licht. Voorbeelden zijn lampen of kaarsen.

Indirecte lichtrbronnen

Deze weerkaatsen het licht

 deels naar je ogen.

 B.v.; de maan of andere 

voorwerpen die

 je ziet door weerkaatsing.

Diffuse terugkaatsing

De  lichtbundel kaatst naar alle kanten terug.

Spiegelende terugkaatsing

Een lichtbundel die uit één richting komt, wordt onder de zelfde hoek teruggekaatst.

    Schaduw tekenen

Teken de randstralen 

en arceer het gebied er tussen.

Een virtueel beeld v.e. kaars zien.

Een teruggekaatste bundel tekenen.

1 Spiegel P; Dit wordt P'

2 De tereggekaatste bundel lijkt uit P' te komen.

Zelfstandig werken

• Wat: Maak hoofdstuk 5.1 (opgaven: 1 t/m 12  blz. 6 t/m 9)      
• Hoe: 15 min zelfstandig werken, daarna mogen jullie overleggen.        
• Hulp: Nova boek / Docent   
• Tijd: Tot 10 min voor het einde van de les.        
• Uitkomst: 5.1 af       
• Klaar: Huiswerk opgaven 13 t/m 19 blz. 10 t/m 15.

Belang lesdoelen

Licht  is vrijwel overal aanwezig.

Bij de komende toets zijn alle lesdoelen belangrijk om goed te scoren.

Controle lesdoelen

Noteer twee natuurlijke en twee kunstmatige lichtbronnen.

Teken hoe de vrouw de voet via de spiegel ziet.

Het object uit de afbeelding is een .......

1. Natuurlijke lichtbron
2. Kunstmatige lichtbron
3. Geen lichtbron

Het object uit de afbeelding is een .......

1. Natuurlijke lichtbron
2. Kunstmatige lichtbron
3. Geen lichtbron

Het object uit de afbeelding is een .......

1. Natuurlijke lichtbron
2. Kunstmatige lichtbron
3. Geen lichtbron

Het object uit de afbeelding is een .......

1. Natuurlijke lichtbron
2. Kunstmatige lichtbron
3. Geen lichtbron

Het object uit de afbeelding is een .......

1. Natuurlijke lichtbron
2. Kunstmatige lichtbron
3. Geen lichtbron

Het object uit de afbeelding is een .......

1. Natuurlijke lichtbron
2. Kunstmatige lichtbron
3. Geen lichtbron

Het object uit de afbeelding is een .......

1. Natuurlijke lichtbron
2. Kunstmatige lichtbron
3. Geen lichtbron

Het object uit de afbeelding is een .......

1. Natuurlijke lichtbron
2. Kunstmatige lichtbron
3. Geen lichtbron

In de afbeelding zie je een voorbeeld van......

1. Direct licht
2. Indirect licht

In de afbeelding zie je een voorbeeld van......

1. Direct licht
2. Indirect licht

Metalen glanzen van nature. Metalen kaatsen.....

1. Diffuus terug
2. Spiegelend terug

Onthoud

Een lichtbron is een voorwerp dat zelf licht uitstraalt.

Een kunstmatige lichtbron is door mensen gemaakt.

Een natuurlijke lichtbron komt voor in de natuur.

Een verlicht voorwerp wordt zelf een indirecte lichtbron.

Lichtstralen teken je als rechte lijnen met een pijl erin.

De pijl in de lijn geeft de richting van het licht aan.

Een lichtbundel is een verzameling lichtstralen.

In een evenwijdige lichtbundel blijft de afstand tussen de lichtstralen gelijk.

In een divergente lichtbundel bewegen de lichtstralen steeds verder uit elkaar.

In een convergente lichtbundel bewegen de lichtstralen naar elkaar toe.

De schaduw is het gebied waar lichtstralen niet kunnen komen.

De randstralen zijn de rand van de schaduw.