Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Waarom wordt Nederland een handelsland genoemd?
Slide 1 - Carte mentale
Slide 2 - Vidéo
Wat voor producten denk je dat Nederland exporteert?
Slide 3 - Carte mentale
Nederland handelsland
Nederland is een echt handelsland.
De import/export leveren inkomsten en werkgelegenheid op.
Slide 4 - Diapositive
Begrippen
Importeren = Goederen of diensten uit het buitenland naar Nederland halen.
Exporteren = Goederen of diensten aan het buitenland verkopen.
Wederuitvoer = goederen die in Nederland slechts kort worden bewerkt voordat ze worden doorverkocht.
Slide 5 - Diapositive
Import- en exportquote
Het percentage van het nationale inkomen (BBP) dat we uitgeven aan import (importquote) óf verdienen met de export (exportquote).
Slide 6 - Diapositive
Het nationale inkomen in Nederland is 810 miljard. De importwaarde bedraagt 420 miljard. Bereken de importquote. (laat je berekening zien)
Slide 7 - Question ouverte
De exportwaarde van computerchips bedroeg € 16,4 mld in 2020. Dit is 3% van de totale export. Hoe groot was de totale export in 2020? Laat je berekening zien
Slide 8 - Question ouverte
Bedenk een reden waarom we in Nederland spullen importeren?
Slide 9 - Carte mentale
Import redenen
Ons klimaat is niet geschikt voor bepaalde landbouwproducten
Bepaalde grondstoffen komen hier niet voor
Buitenlandse producten zijn goedkoper
Nederlandse consumenten willen een ruimere keuze aan producten.
Slide 10 - Diapositive
Nederland importeert avocado's uit Brazilië. De totale importwaarde bedroeg € 305 miljoen. Er kwamen in totaal 2,1 miljard avocado's naar Nederland. Bereken de gemiddelde prijs per avocado.
Slide 11 - Question ouverte
Noem een reden waarom wij avocado's uit Brazilië importeren?
Slide 12 - Question ouverte
Betalingsbalans
Bekijk de exportwaarde t.o.v. de importwaarde
Slide 13 - Diapositive
Wisselkoers
Waarom is een verandering van de wisselkoers van invloed op de betalingsbalans?
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Slide 16 - Question ouverte
Koersverschil
Bekijk de koersen hieronder. Stel bedrijf X wil een machine in Amerika kopen die 220.000 dollar kost. Hoeveel kost de machine in de beide maanden?
Koers
Maart
April
Euro
€ 1
€ 1
Dollar
$ 1,10
$ 1,15
Slide 17 - Diapositive
Koersverschil
Kosten in maart 220.000 dollar ÷ 1,10 = € 200.000
Kosten in april 220.000 dollar ÷ 1,15 = € 191.304,35
Koers
Maart
April
Euro
€ 1
€ 1
Dollar
$ 1,10
$ 1,15
Slide 18 - Diapositive
Shell wil olie kopen van Saudi Arabië. De prijs bedraagt 160 dollar per vat. De koers is € 1 = $ 1,17. Hoeveel euro betaald shell voor 1 vat olie?
Slide 19 - Question ouverte
Noem enkele redenen waarom Nederland goederen/diensten importeert.
Slide 20 - Question ouverte
Tekort op de betalingsbalans
Overschot op de betalingsbalans
Slide 21 - Question de remorquage
Nederland heeft een...
A
Open economie
B
Gesloten economie
Slide 22 - Quiz
Indien Nederland spullen uit Amerika importeert en de dollarprijs stijgt. Wat gebeurt er met de prijs van de goederen?
A
De prijs van de goederen dalen
B
De prijs van de goederen stijgen
C
Er gebeurd niets met de prijs
Slide 23 - Quiz
Nederlanders houden graag vakantie in het buitenland. Als ze met een buitenlandse vliegmaatschappij reizen dan is er sprake van:
A
export van goederen.
B
export van diensten.
C
import van goederen.
D
import van diensten.
Slide 24 - Quiz
Wat zijn kenmerken van een land met een open economie?
A
Weinig invoer (import) en uitvoer (export) in verhouding tot de productie.
B
Veel invoer (import) en veel uitvoer (export) in verhouding tot de productie.