les 2 periode 2

Online vitaliteitsbegeleider
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Online vitaliteitsbegeleider

Slide 1 - Diapositive

..... is een stoornis in de glucosestofwisseling
wat moet er op de puntjes komen?
A
hypertensie
B
osteoporose
C
diabetes
D
obesitas

Slide 2 - Quiz

Diabetes
Bij diabetes wordt suiker niet of minder goed opgenomen in de lichaamscellen doordat er geen insuline meer wordt aangemaakt. Door meer te bewegen en vooral gezonder te eten kan men van dit probleem afkomen. 

Slide 3 - Diapositive

Bewegen en diabetes
Door te bewegen neemt de insulinegevoeligheid toe! 

Hoeveel moeten we minimaal bewegen op een dag? 

Slide 4 - Diapositive

.... is doodsoorzaak nummer 1 in de westerse wereld. Wat moet er op de puntjes komen te staan?
A
Kanker
B
hart en vaatziekten
C
hoge bloeddruk
D
overgewicht

Slide 5 - Quiz

Wat zijn mogelijke oorzaken van hart en vaatziekten?

Slide 6 - Carte mentale

Hart en vaatziekten

Overgewicht, ongezonde voeding en roken zijn het grootste risico voor hart en vaatziekten. 


Erfelijkheid kan ook een rol spelen! 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Welk hormoon zit er in anabolen waardoor je spieren sneller groeien?
A
oestrogeen
B
insuline
C
testis
D
testosteron

Slide 9 - Quiz

Welk hormoon maken vrouwen vooral aan en mannen veel minder?
A
Glucagon
B
Endorfine
C
Oestrogeen
D
Testosteron

Slide 10 - Quiz

Hormonale processen bij vrouwen

Slide 11 - Diapositive

Wat is de juiste werkwijze bij het opzetten van een les?
A
praatje, plaatje, daadje
B
plaatje, praatje, daadje
C
daadje, praatje, plaatje
D
daadje, plaatje, praatje

Slide 12 - Quiz

plaatje, praatje, daadje
1. Eerst visualiseer je door iedereen te laten kijken wat er staat. 
2. Dan leg je het uit. 
3. Daarna doe je het voor!

Slide 13 - Diapositive

Er is vooral sprake van mislukken, de leerling haakt snel af.
Dit is een voorbeeld van?
A
niveau zorg
B
niveau 1
C
niveau 2
D
niveau 3

Slide 14 - Quiz

de 4 niveaus 
Niveau Zorg: er is vooral sprake van mislukken, leerlingen haken snel af.  


Niveau 1: er is nu sprake van lukken en mislukken, maar dat ligt nog dicht bij elkaar en leerlingen weten vaak nog niet wanneer en hoe het lukt.



Niveau 2: er is een regelmaat in het lukken, het mislukken is nog incidenteel en men weet hoe de bewegingsuitvoering (of hoe het spel gespeeld) moet zijn.



Niveau 3: er is alleen maar sprake van lukken, de leerling gaat hier zelf op zoek om het moeilijker voor zichzelf te maken. Soms wordt het dan te moeilijk en daardoor mislukt het dan. Dit noemen wij ‘het stralend falen’.

Slide 15 - Diapositive

Een cliënt is verdrietig omdat zijn hond is overleden, jij praat met hem over zijn hond en geeft aan dat je begrijpt hoe hij zich voelt. Welke competentie is dit?
A
Integriteit
B
Empathie
C
Assertiviteit
D
betrokkenheid

Slide 16 - Quiz

Een cliënt vertelt iets heel persoonlijks aan jou, jij praat er met niemand over, ook niet als er naar gevraagd wordt. Welke competentie is dit?
A
integriteit
B
empathie
C
betrokkenheid
D
assertiviteit

Slide 17 - Quiz

Empathie en assertiviteit 
inlevingsvermogen en betrouwbaarheid

Slide 18 - Diapositive