KWT Les 1 Basis



Wiskunde
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon



Wiskunde

Slide 1 - Diapositive

Wie is aanwezig?

Slide 2 - Diapositive

Wat heb je vandaag nodig?
laptop (nog dicht) en boek
pen en potlood
rekenmachine
geodriehoek of liniaal

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen

In deze les gaan we oefenen met inklemmen







Slide 4 - Diapositive

Inklemmen is ook wel:
A
Slim gokken
B
Gewoon wat invullen

Slide 5 - Quiz

Welk getal staat er onder het handje?

A
13
B
14
C
4
D
40

Slide 6 - Quiz

Welk getal hoort er onder het handje te staan?

A
25
B
30
C
35
D
11

Slide 7 - Quiz

welk getal hoort er onder het handje te staan?
A
3
B
5
C
2
D
1

Slide 8 - Quiz

welk getal hoort er onder het handje te staan?
A
0
B
3
C
6
D
2

Slide 9 - Quiz

Hoeveel punten is de letter F waard?
A
5
B
2
C
10
D
4

Slide 10 - Quiz

Hoeveel punten is de letter Z waard?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 11 - Quiz

Ayah werkt in een supermarkt. Haar inkomsten berekent ze met de formule


Hoeveel verdient Ayah na 4 uur werken?

A
21,85 euro
B
22,85 euro
C
23,85 euro
D
19,85 euro

Slide 12 - Quiz

stukje theorie

Slide 13 - Diapositive

Het paard van Sinterklaas eet per dag 2,2 kg brokken. De voorraad is 110 kg.
Na hoeveel dagen is de voorraad op met de volgende formule

A
48 dagen
B
50 dagen
C
30 dagen
D
35 dagen

Slide 14 - Quiz

Anna berekent haar inkomsten met de volgende formule


Hoeveel uur heeft ze moeten werken om 42 euro te verdienen?
A
12 uur
B
13 uur
C
10 uur
D
14 uur

Slide 15 - Quiz

vergelijking 
€ = 5 + 2,50 t 
t: tijd in uren
Ik heb vandaag 15 euro verdient 
a: welke vergelijking hoort hierbij 
5 + 2,50 t = 15 
Schrijf het getal achteraan! 

Slide 16 - Diapositive

de stappen
stap 1: 
noteer de vergelijking
stap 2.
Noteer de verschillende formules 
Stap 3: 
noteer je antwoord

Slide 17 - Diapositive

Wat zijn de stappen die neemt bij het inklemmen?
Noteer de vergelijking
Noteer de verschillende formules
Noteer je antwoord

Slide 18 - Question de remorquage

Wat is inklemmen?
A
Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
B
Bij inklemmen ga je eigenlijk gewoon steeds een antwoord proberen.
C
Bij inklemmen gok je het antwoord.

Slide 19 - Quiz

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2,50 + 0,50 x aantal fietsen = 15
A
f = 5
B
f = 30
C
f = 10
D
f = 25

Slide 20 - Quiz

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
4 + 0,15 x aantal zegels = 79 euro
A
300
B
400
C
500
D
600

Slide 21 - Quiz

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
16 + 0,25 x tijd = 23
vul alleen het antwoord in

Slide 22 - Question ouverte

los de volgende vergelijking op met inklemmen:
25 - 1,75 x tijd = 16,6
vul hieronder alleen het goede antwoord in

Slide 23 - Question ouverte

timer
20:00
Tekst
L1, blz. 82
Test opgave blz. 85
L2, blz. 90

Klaar? Werken aan weekplanner voor wiskunde

Slide 24 - Diapositive