,

M - Recensies schrijven

Welkom: denk aan de afspraken!
1. Jas aan de kapstok
2. Petten af
3. Kauwgom uit
4. Pak je spullen alvast
5. Tas van tafel


1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom: denk aan de afspraken!
1. Jas aan de kapstok
2. Petten af
3. Kauwgom uit
4. Pak je spullen alvast
5. Tas van tafel


Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Herhaling meningen en argumenten (10 minuten)
  2. Uitleg recensies schrijven (10 minuten)
  3. Opdrachten maken (20 minuten)
  4. Evaluatie (5 minuten)

Slide 2 - Diapositive

Even terug


Wat is een mening?
Wat is een argument?

Slide 3 - Diapositive

Mening en argumenten geven
Als je je mening geeft, leg je ook uit waarom je die mening hebt. 
Je geeft dan een argument voor je mening.

Als je andere wilt overtuigen, moet je aantonen dat je gelijk hebt. Dat doe je met argumenten.

Slide 4 - Diapositive

Zo geef je goede argumenten
Noteer achter je mening het signaalwoord want of omdat en maak de zin af.
Bijvoorbeeld: Ik vind dat Martin Garrix fantastische muziek maakt, want zijn liedjes zijn gevarieerd en vernieuwend.
Vergelijk jouw situatie met die van iemand anders. 
Bijvoorbeeld: Ik vind dat wij ijsvrij moeten krijgen, want op andere scholen geven ze dat ook.
Leg uit dat iets in het belang is van jou en je lezers. (belang = goed is voor)
Bijvoorbeeld: Mijn mening is dat de controle op het fietsenhok verscherpt moet worden, want er worden vaak fietsen vernield of gestolen.  

Slide 5 - Diapositive

Zo geef je goede argumenten
Bedenk bij je argumenten een goed voorbeeld.
Bijvoorbeeld: Ik vind dat ik zelf mag bepalen hoe laat ik naar bed ga, want ik kom er 's morgens toch op tijd uit. Gisteren ging ik bijvoorbeeld om half 12 naar bed en toch was ik gewoon om 7 uur op.
Gebruik signaalwoorden als je meer argumenten noemt.
Bijvoorbeeld: ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, tot slot, kortom, etc.
Leg uit waar je argumenten vandaan komen. Noem dus je bronnen.
Bijvoorbeeld: vrienden, media, boek, eigen ervaring, etc. 

Slide 6 - Diapositive

Nieuw onderwerp, nieuw leerdoel
Ik kan een recensie schrijven voor een bepaald publiek.

Slide 7 - Diapositive

Wat weet je al over recensies?
Noteer in enkele steekwoorden.
timer
1:00

Slide 8 - Diapositive

Recensie
Een bespreking van een film, een boek, een cd, een concert, een voorstelling of bijvoorbeeld een computerspel noem je een recensie.

Een recensie bevat altijd een beschrijving van de film, het boek of de cd én een oordeel.
De recensent (de schrijver van de recensie) maakt in zijn tekst duidelijk wat hij vindt van het product.
Recensies vind je in kranten, tijdschriften en op internet.


Slide 9 - Diapositive

Je gaat als volgt te werk:
Zet in je inleiding belangrijke informatie, zoals titel en maker.

Beschrijf in het middenstuk kort de inhoud. Beperk je tot de hoofdlijnen. Geef je mening en argumenten met voorbeelden

Vermeld in het slot nog eens kort jouw conclusie.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

In een recensie vind je informatie over een boek of (film)voorstelling.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

In een recensie geeft de schrijver nooit zijn eigen mening, maar alleen feiten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Een recensie wordt vaak geschreven door de maker van een boek.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Je schrijft alleen recensies over boeken die je goed vindt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

In een recensie geeft iemand zijn persoonlijke mening met argumenten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Een recensie is goed als hij grappig geschreven is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Een recensie is goed als hij je helpt een keuze te maken om bijvoorbeeld een bepaald boek te lezen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Het doel van een recensie is...

Meer antwoorden mogelijk.
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 19 - Quiz

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak opdracht 1 en 2. Gebruik hiervoor het bouwplan dat je van mij krijgt.
Hoe:
Het bouwplan op papier, de rest mag digitaal.
Hulp:
Theorie op blz. 170
Tijd:
20minuten. Daarna bespreken we het met elkaar.
Klaar:
Maak de opdrachten van de vorige les af (cursus 7 §6).
timer
10:00

Slide 20 - Diapositive