Formatieve toets leerstof week 1 KM2

Formatieve toets leerstof week 1
Met deze oefentoets/formatieve toets kun je controleren of je de leerstof van week 1 beheerst. 
Beantwoordt alle vragen zonder tekstboek/stones vertalingen/online woordenboek.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Formatieve toets leerstof week 1
Met deze oefentoets/formatieve toets kun je controleren of je de leerstof van week 1 beheerst. 
Beantwoordt alle vragen zonder tekstboek/stones vertalingen/online woordenboek.

Slide 1 - Diapositive

Stones vragen
De volgende slides bevatten een aantal situaties waarin je een passende stones zin moet invullen. Leer de zinnen van stone 4 en maak daarna pas deze vragen, uiteraard zonder te spieken in je TB of stonesvertalingen.

Slide 2 - Diapositive

Hoe vraag hoe het gaat met iemand in het Engels?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe zeg je dat je je veel beter voelt nu?

Slide 4 - Question ouverte

Zeg dat je duizelig bent/je duizelig voelt.

Slide 5 - Question ouverte

Hoe vraag je of iemand zich ziek voelt?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe zeg je dat Tim verschrikkelijke keelpijn heeft?

Slide 7 - Question ouverte

Vocabulary C + health conditions
De volgende slides bevatten quiz- en open vragen over de woorden die je moest leren deze week. Leer deze woorden en beantwoordt de vragen zonder gebruik te maken van je tekstboek/online woordenboek.

Slide 8 - Diapositive

Kies de juiste vertaling voor: koorts hebben
A
to have a fever
B
to have a cold
C
to have a temperature
D
to have the flu

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste vertaling voor:
kies/tandpijn
A
headache
B
stomach ache
C
sore throat
D
tootache

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste vertaling voor:
aandringen
A
instead of
B
insist
C
register
D
rinse

Slide 11 - Quiz

Vertaal: hoeveelheid

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal:
verouderd

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal: rauw

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal:
kruid

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal: wastafel

Slide 16 - Question ouverte

Well done!!

Slide 17 - Diapositive