a2a woensdag 20 januari - woordenschat H3 herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

donderdag 15 december

klas a2a

Nederlands van RRE

Programma

* lezen in je boek

* vaste voorzetsels en voorzetselvoorwerp

* oefenen

* opdrachten maken

Lekker lezen in je boek

Vaste voorzetsels en voorzetselvoorwerp

Wat zijn voorzetsels?

Wat is GEEN voorzetsel

1. tijdens
2. sinds
3. tussen
4. opnieuw

Wat is GEEN voorzetsel

1. voor
2. na
3. terwijl
4. op

Vaste voorzetsels

Werkwoorden met een vast voorzetsel:

houden van

Zelfstandig naamwoord, werkwoord en vast voorzetsel:

verstand hebben van

Bijvoeglijk naamwoord, werkwoord en vast voorzetsel:

bang zijn voor

Leg in je eigen woorden uit wat een voorzetseluitdrukking is (zoek het op)

Voorzetseluitdrukking

vaste combinatie van woorden die in zijn geheel de functie van voorzetsel vervult:

door middel van (door)

ten tijde van (tijdens)

vaste voorzetsels invullen:

Hij distantieerde zich volledig____
de keuze die door de coachgroep was gemaakt.

1. voor
2. van
3. met
4. tussen

Ik ben niet gediend ____
dat gedrag.

1. tussen
2. op
3. met
4. van

Jij komt niet in aanmerking _____
die subsidie

1. van
2. op
3. met
4. voor

Met dit antwoord geef je blijk ____
veel kennis over het onderwerp

1. van
2. op
3. met
4. voor

opdrachten maken in je schrift

blz. 84

opdr. 1, 2, 3
(maak van 3 een duidelijke woordenlijst, die leer je voor je toets)