Wereldeconomie h4

Wereldeconomie hoofdstuk 4
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wereldeconomie hoofdstuk 4

Slide 1 - Diapositive

Les 1 - week 49

Lesindeling:
- Herhalen: bespreken 
3.26 en 3.27
- Instructie: muntunie
- Aan de slag
- Evaluatie
Lesdoelen: 
- Ik kan uitleggen wat de invloed van een renteverandering is op bestedingen- en kosteninflatie
- Ik kan uitleggen wat de gevolgen zijn van het intervenïeren van de CB
- Ik kan uitleggen wat de gevolgen voor het beleid van de CB zijn wanneer er sprake is van een muntunie.
- Ik kan uitleggen wat het verschil tussen convergentie en divergentie is

Slide 2 - Diapositive

3.26 e: beschrijf met behulp van het schema in figuur 3.9 hoe de renteverlaging via de valutamarkt kan leiden tot kosteninflatie.

Slide 3 - Question ouverte

3.26 f. Leg uit dat gegeven de context het gevaar voor bestedingsinflatie minimaal zal zijn.

Slide 4 - Question ouverte

3.26 g. Welke pijl bedoelt de econoom? Licht het antwoord toe.

Slide 5 - Question ouverte

Waar denk je aan bij 'integratie van de Europese economie'?

Slide 6 - Carte mentale

NIET Europese Unie
WEL Europese Unie
Noorwegen
Nederland
Zwitserland
Italië
Verenigd Koninkrijk
Denemarken
Turkije
Oekraïne

Slide 7 - Question de remorquage

Instructie: muntunie
1 munt --> geen wisselkoersflexibiliteit
voordeel: transactiekosten van handel lager
nadeel: wisselkoersinstrument en rente-instrument vallen weg (gevolg --> arbeidsmarkt schokdemper d.m.v. arbeidsmigratie of loonaanpassingen)

Slide 8 - Diapositive

Wat is het verschil is tussen convergentie en divergentie?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Nederland is een
Netto betaler aan de EU
Netto ontvanger in de EU

Slide 12 - Sondage

Een netto-betaler heeft alleen nadeel van de Europese unie
Juist
Onjuist

Slide 13 - Sondage

AAN DE SLAG
Lees §4.1 + markeer begrippen

Maak opdracht 4.1 t/m 4.6. Ga als volgt te werk:
Mondeling (lees vraag, bespreek antwoord met buur, kijk na): 
4.1 + 4.2 en 4.6
In je schrift: 4.3 t/m 4.5
Laatste 10 minuten: bespreken 4.3, 4.5c en 4.6

Slide 14 - Diapositive

4.5 c: noteer hier jouw antwoord

Slide 15 - Question ouverte

Les 2 - week 49

Lesindeling:
Bespreken 4.3 + 4.5c
Instructie:
stabiliteit- en groeipact
Aan de slag
Evaluatie
Lesdoelen:
Ik kan uitleggen wat de afspraken van het stabiliteitspact- en groeipact inhouden.

Ik kan uitleggen wat de gevolgen zijn van hoge staatsschulden.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

De staatsschuld is een voorbeeld van een ...
A
Voorraadgrootheid
B
Stroomgrootheid

Slide 18 - Quiz

Wat is juist over het Stabiliteits en groei pact?
A
het begrotingstekort mag 60% bbp zijn
B
het begrotingstekort mag 3 miljard euro zijn
C
landen >60% schuld verliezen lidmaatschap
D
>60% schuld betekent in theorie een boete

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Wat is de Nederlandse staatsschuld op dit moment?

A
12 miljard euro
B
377,3 miljard euro
C
223,6 miljard euro
D
378,6 miljard euro

Slide 21 - Quiz

Hoe kan een te hoge staatsschuld inflatie veroorzaken?
A
er is te veel aanbod van producten
B
er is te veel vraag naar producten
C
de concurrentie positie verbetert
D
de concurrentie positie verslechtert

Slide 22 - Quiz

Te hoge staatsschulden en overheidstekorten leiden tot
een verhoging van de rente
een verlaging van de rente

Slide 23 - Sondage

Aan de slag
Lezen + begrippen markeren §4.2
Maken + nakijken: 4.7 t/m 4.11
Ben je er morgen niet? Dan ook 4.12

Slide 24 - Diapositive