Over Taal - blok 1

Over Taal - blok 1
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Over Taal - blok 1

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan wij vandaag doen? 
  • Over taal blok 1 
  •  Afspraken en regels 
  • Leerdoelen
  • Theorie bespreken 
  • Zelfstandig werken aan de opdrachten 
  • Evaluatie 

Slide 2 - Diapositive

Afspraken en regels 
  • Je bent op tijd in de klas!
  •  Telefoon thuis of in de kluis!
  • Opgeladen Chromebook 
  • 1e keer waarschuwing 
  • 2e keer strafwerk
  • 3e keer nablijven
  • Kauwgom/snoep in de prullenbak --> nu nog kans om het weg te gooien
  • Als ik aan het woord ben, zijn jullie stil --> ook als jullie klasgenoten iets vragen, geen opmerkingen

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen 
Na deze les:

  • begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden;
  • begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten;
  • ken je de betekenis van tien woorden die met school te maken hebben;
  • kun je woorden in alfabetische volgorde zetten;
  • kun je herkennen wat een omschrijving, synoniem en tegenstelling is.




Slide 4 - Diapositive

Schooltaalwoorden
Op school gebruik je woorden die je thuis meestal niet gebruikt --> schooltaalwoorden. Deze woorden heb je bij alle vakken nodig.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Klik het juiste antwoord aan.
Schooltaalwoorden zijn....
A
woorden die je in een woordenboek kunt opzoeken
B
woorden die je in een woordenboek kunt opzoeken
C
woorden die je vaak op school gebruikt.
D
woorden die je niet nodig hebt bij het lezen van een tekst.

Slide 7 - Quiz

Klik het juiste antwoord aan.
Als je iets beschrijft, dan...
A
vertel je hoe iets is
B
geef je het een naam
C
beveel je het aan
D
schrijf je het op

Slide 8 - Quiz

Klik het juiste antwoord aan.
Als je iets benoemt, dan...
A
vertel je hoe iets is
B
geef je het een naam
C
beveel je het aan
D
schrijf je het op

Slide 9 - Quiz

Klik het juiste antwoord aan.
Als je iets vergelijkt, dan...
A
bewijs je het
B
stel je het vast
C
zeg je dat iets bevat
D
zoek je verschillen en overeenkomsten

Slide 10 - Quiz

Welke combinatie vind je leuk? Alles met stippeltjes of juist niet?
combinatie =
A
met een duidelijk doel
B
hoger worden
C
wat samen een geheel vormt
D
boosheid omdat iets niet lukt

Slide 11 - Quiz

Woorden in een thema 
Soms hebben moeilijke woorden met elkaar te maken. Een tekst gaat bijvoorbeeld over het onderwerp ‘school’. Als je in de tekst een moeilijk woord tegenkomt, zoek dan een betekenis die bij het onderwerp ‘school’ past. Zo kun je bedenken dat de les ‘lichamelijk opvoeding’ misschien de ‘gymles’ is.

Slide 12 - Diapositive

Alfabetische volgorde 
Als woorden op alfabetische volgorde staan, dan staan ze op volgorde van het alfabet.

Slide 13 - Diapositive

Alfabetische volgorde (2)
Bij de y en de ij moet je opletten. De y komt voor de z en de
 ij = i + j, net zoals je het typt.
Een woord dat met y begint zoek je dus aan het eind van het woordenboek, bij de y (de letter voor de z). Het woord ijverig zoek je op bij de i, want het heeft als eerste letter een i en als tweede letter de j.

Slide 14 - Diapositive

Betekenis van een woord uitzoeken
Soms lees je in een tekst een moeilijk woord. Je kunt dan kijken of andere woorden in de tekst je iets vertellen over de betekenis van dat moeilijke woord. Dat kan zijn:

  • een omschrijving van het moeilijke woord,
  • een synoniem van het moeilijke woord --> een woord dat hetzelfde betekent, 
  • het tegenovergestelde van het moeilijke woord.


Slide 15 - Diapositive

Vul de goede letter in.
Gebruik het alfabet als je twijfelt: A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
De letter direct voor de B is de?
A
A
B
P
C
C
D
D

Slide 16 - Quiz

Vul de goede letter in.
Gebruik het alfabet als je twijfelt: A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
De letter direct na de K is de?
A
A
B
L
C
M
D
N

Slide 17 - Quiz

Sanctie zoek je op in deel
A
Deel 1 is A t/m E
B
Deel 2 is F t/m J
C
Deel 3 is K t/m O
D
Deel 4 is P t/m U

Slide 18 - Quiz

Zet de woorden op alfabetische volgorde.
rooster- tussenuur- brugklas- project
A
rooster- tussenuur- brugklas- project
B
tussenuur-rooster- project- brugklas
C
brugklas- tussenuur-project- rooster
D
brugklas - project- rooster- tussenuur

Slide 19 - Quiz

Aan de slag! 
  • Je gaat de opdrachten over taal, blok 1 maken.  

Slide 20 - Diapositive

Evaluatie:
Wat vond je van de les?
Wat vind je nog moeilijk?
Wat kan de docent de volgende keer beter doen?
Wat doet de docent goed?
Weet je wat een schooltaalwoord is?
Weet je hoe je woorden in een woordenboek opzoekt?
Weet je hoe je woorden op alfabetische volgorde zet?

Slide 21 - Question ouverte