HV1 herhaling H3

Wat bedoelen we met de geografische breedte?
1 / 24
suivant
Slide 1: Question ouverte
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat bedoelen we met de geografische breedte?

Slide 1 - Question ouverte

Met hoge breedte bedoelen we alleen de gebieden dicht bij de noordpool
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Welk klimaat komt NIET voor op lage breedte?
A
gematigd zeeklimaat
B
tropisch regenwoudklimaat
C
savanneklimaat
D
steppeklimaat

Slide 3 - Quiz

Het weer is een gemiddelde over een lange periode
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Waar op aarde vind je seizoenen (zomer, winter enz.)?
A
Lage breedte
B
Hoge breedte

Slide 5 - Quiz

Bij welk klimaat hoort deze omschrijving: Hier groeien geen bomen, alleen kleine plantjes en de grond is lange tijd van het jaar bevroren. Dit klimaat is te vinden in onder meer: Canada, Groenland, Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland
A
landklimaat
B
toendraklimaat
C
hooggebergteklimaat
D
poolklimaat

Slide 6 - Quiz

De atmosfeer zorgt ervoor dat de temperatuur op aarde geschikt is om in te leven. Wat is de atmosfeer precies?

Slide 7 - Question ouverte

In welk klimaat is de gemiddelde dagtemperatuur het hoogst?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe verder van de evenaar, hoe koeler het wordt. Hoe komt dit?

Slide 9 - Question ouverte

Waarom is het op het noordelijk halfrond tussen maart en september lente en zomer en op het zuidelijk halfrond in diezelfde periode herfst en winter?

Slide 10 - Question ouverte

De formule 1 was afgelopen weekend in Montreal. Op welke bladzijde van de atlas en in welk kaartvak moet je kijken voor deze stad?

Slide 11 - Question ouverte

Wat zijn volgens de atlas ongeveer de coördinaten van Montreal?
(gebruik de juiste afkortingen: NB/ZB + OL/WL. Kijk aan de zijkanten voor de juiste graden en afkortingen)

Slide 12 - Question ouverte

Tijdens de pooldag is het de hele dag donker
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Bij de korte waterkringloop regent het direct als de wolk boven land komt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat krijg je op een berg als sneeuw zich ophoopt en fijn gedrukt wordt? Noem het juiste begrip

Slide 15 - Question ouverte

Welk soort regen heb je bij bergen?
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen

Slide 16 - Quiz

In Nederland hebben we vaak frontale regen. Hoe ontstaat dit?

Slide 17 - Question ouverte

Nederland heeft een gematigd zeeklimaat. Noem een voordeel hiervan

Slide 18 - Question ouverte

Door een aanlandige wind hebben we in Nederland in de zomer afkoeling van het land en in de winter opwarming van het land
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Uit welke richting komt de wind in Nederland vaak?
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 20 - Quiz

Als de wind van het land naar de zee waait dan noem je dat een ... wind

Slide 21 - Question ouverte

Wat zorgt in Nederland en de rest van de wereld niet voor verschillen in klimaat?
A
Afstand tot de zee
B
Breedteligging
C
Hoogteligging
D
Lengteligging

Slide 22 - Quiz

Wat kan je doen om klimaatverandering (opwarming van de aarde) tegen te gaan?

Slide 23 - Question ouverte

Als het windstil en zonnig is dan kunnen uitlaatgassen van auto's en andere viezigheid in de lucht blijven hangen. Welk begrip hebben we voor die vieze lucht?

Slide 24 - Question ouverte