Hoofdstuk 1 Paragraaf 1.3 Les 3

Welkom!

Economie
Hoofdstuk 1

Mevr. Visser
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Economie
Hoofdstuk 1

Mevr. Visser

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je vandaag doen?
1. Theorie van de vorige les even oefenen
2. Je huiswerk nakijken
3. Nieuwe theorie introduceren
4. Werken aan de nieuwe theorie

Slide 2 - Diapositive

Samenvattingsvragen:
Neem de vragen over en geef antwoord
1. Wat is het verschil tussen welvaart en welzijn?
2. Hoe bereken je ook al weer een stijging of daling in procenten?
3. Welke 3 inkomensvormen kennen we?
4. Hoe kan het zijn dat er inkomensverschillen zijn?
5. Hoe bereken je ook al weer het inkomen per hoofd van de bevolking?

Slide 3 - Diapositive

Nakijken huiswerk
Haal bij je docent het nakijkblad voor het huiswerk van de vorige les.

Slide 4 - Diapositive

Nieuwe stof
We gaan vandaag:
- Leren hoe je koopkracht kan veranderen.
- Leren wat inflatie betekent.
- Het verschil leren tussen nominaal inkomen en reëel inkomen.
- Leren wat de begrippen prijscompensatie en loonprijsspiraal betekenen. 
- Je leert ook wat de Europese Centrale Bank doet. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Nominaal en reëel inkomen
Nominaal inkomen: het inkomen dat je in euro's verdient.
Reëel inkomen: de koopkracht van je inkomen.

Voorbeeld:
Het nominale inkomen stijgt met 5% en inflatie is 3%.
--> Het reële inkomen met 2% (nl. 5% - 3%).

Slide 8 - Diapositive

Prijscompensatie en de loonprijspiraal
Prijscompensatie: Als de lonen net zo veel stijgen als de prijzen.

Hogere lonen --> voor bedrijven hogere kosten --> kosten doorberekend in verkoopprijs producten --> prijzen stijgen --> werknemers willen loonverhoging.... 

Dit is de loon-prijsspiraal en die zorgt voor voortdurende inflatie

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Aan de slag
Lees de theorie van paragraaf 1.3 goed door. Daarna ga je de volgende vragen maken:
30 - 33 - 34 - 38
Als je het af hebt dan laat je het zien aan je docent.

Slide 11 - Diapositive