7.2 Boer en koopman

Steden, burgers en koningen in de middeleeuwen


7.2 Boer en koopman
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Steden, burgers en koningen in de middeleeuwen


7.2 Boer en koopman

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel
- Ik kan verschillende verbeteringen in de agrarische samenleving beschrijven vanaf het jaar 1000. (7.2)
- Ik kan de opkomst van de handel en het ontstaan van steden beschrijven. (7.2)

Slide 3 - Diapositive

Late Middeleeuwen
  • Tijd van Steden en Staten (1000-1500)

  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'
  • Er komt meer handel
  • Geld komt weer terug
  • Bevolking groeit
  • Er ontstaan steden
  • Macht van de steden neemt toe
  • De adel krijgt (soms) minder macht
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen

Slide 4 - Diapositive


Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000


  • Drieslagstelsel
  • IJzeren ploeg
  • Arabisch halsjuk
  • ontginnen

Slide 5 - Diapositive

De ijzeren ploeg
Het halsjuk
Het drieslagstelsel

Slide 6 - Question de remorquage


Steeds meer handel
  • Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op
  • Overschotten worden verkocht of geruild op markten 
  • Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel
  • Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa: meer veiligheid
  • Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo


Steden ontstaan
  • Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
  • Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster
  • Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten
  • Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.

Slide 9 - Diapositive

  • De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.

  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 10 - Diapositive

In dit tijdvak ontstaan er weer steden. Hieronder staan 4 oorzaken, zet die in de juiste volgorde.
A: Er ontstaat een overschot aan voedsel
B: Mensen blijven wonen bij markten; zo ontstaan steden
C: Nieuwe uitvindingen en meer landbouwgrond
D: Rondreizende handelaren kopen voedsel van boeren.
A
C - A - D - B
B
A - D - C - B
C
C - B - A - D
D
D - C - B - A

Slide 11 - Quiz

De Hanze
  • Rond de Noord- en Oostzee
  • Ze maakten afspraken over tolbetaling en de waarde van munten. 
  • Er werd vooral gehandeld in graan, ijzer, wol en vis.
  • Samenwerking tussen steden was ook bedoeld om beter te kunnen concurreren. 
  • Samen reizen in plaats van alleen, omdat dit veiliger was.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 12 - Diapositive

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 13 - Diapositive

0

Slide 14 - Vidéo

Aan de slag
  1. Kijkopdracht in de klas
  2. Maak in Tijd voor Geschiedenis paragraaf 7.2.

Af op vrijdag 12 mei (zet in je planner!







Slide 15 - Diapositive