Bron A + C

Wat is een comunidad ?
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat is een comunidad ?

Slide 1 - Diapositive

Comunidades autónomas
Barcelona
Sevilla
Madrid
Córdoba
Valencia
Granada
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 3B+C
Maak opdracht 3 en 4 
op bladzijde 34 in je werkboek. 
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Herhaling bron A
Wat denk je dat deze woorden betekenen?

Slide 5 - Diapositive

Tekst voorlezen
Uitspraak en vocabulaire.

Slide 6 - Diapositive

timer
2:00
Welke woorden/zinnen ken je al?

Slide 7 - Diapositive

Spaans & Herhaling
Wat weet je nog?

Slide 8 - Diapositive

¡Hoy vamos a escuchar!
Fuente A y B: en la página 19 en tu libro de texto. 

Voorkennis: welke woordjes (her)ken je al?
Strategieën: plaatjes, vocabulairelijst, titel, inleiding.
Vocabulaire lijst?

Slide 9 - Diapositive

Haz el ejercicio 5 y 6.
6A
6B
6C
6D

Slide 10 - Diapositive

Vul de juiste vorm van het werkwoord estar in.

  1. (ik ben) __________ en Barcelona.
  2. Pablo __________ en el supermercado.
  3. (zij zijn)  __________ en el centro de Madrid.
  4. La tienda de ropa __________ al lado de la panadería.
  5. Nosotros __________ en la biblioteca.
  6. (jij bent) __________ en Groningen.
  7. Paula y tú__________ en el centro comercial. 
  8. (u bent) __________ en Valencia.
timer
3:30

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Herhaling bron A
  1. El centro? La casa? El supermercado? El banco?
  2. Zinnen uit bron A?

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Maak opdracht 7 en 9
op bladzijde 36 + 37 in je werkboek.
TIP! Gebruik vocabulaire lijst 
(vanaf blz. 78 in je tekstboek)
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Voorbereiding
Vertaal de volgende woorden naar het Nederlands:
  1. A la derecha de
  2. Enfrente de
  3. Al lado de
  4. A la izquierda de 

Slide 16 - Diapositive

D1 H2, opdracht 10
Está = is/bevindt zich
timer
3:00
Pág. 37

Slide 17 - Diapositive

Cerca (de)
A la izquierda (de)
A la derecha (de)


Verschil?

Slide 18 - Diapositive

Vertaal eerst onderstaande woorden en maak daarna de opdrachten. 
  1. La ciudad
  2. La casa
  3. El instituto
  4. Cerca
  5. El centro comercial


7. Ir de compras
8. La panadería
9.  El banco
10. El supermercado
11. El cine
12. La tienda de ropa

timer
12:00
Maak opdracht 10,b, 7 en 9
op bladzijde 36 + 37 in je werkboek.
TIP! Gebruik vocabulaire lijst 
(vanaf blz. 78 in je tekstboek)

Slide 19 - Diapositive

Maak opdracht 11 op bladzijde 38 
in je werkboek.

Slide 20 - Diapositive