De Duitse Bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 8

De Duitse Bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog

Wat weet je nog van de vorige geschiedenisles?

Wat weet je al over de Duitse bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog?

Duitse aanval op Nederland

• Nederland probeert neutraal te blijven
  
• Fall Gelb
  
• Blitzkrieg
  
• 10 mei 1940
  
• Koningin Wilhelmina
  
• Bombardement op Rotterdam
  
• Capitulatie van NL

Duits bestuur

• Reichskommissar Arthur Seyss-Inquart
• Bloedverwantschap tussen Duitsland en Nederland 
• Nog veel Nederlandse ambtenaren 
• 
  

Dagelijks leven

• Vanaf april 1941: verplicht persoonsbewijs
• Tekorten aan levensmiddelen 
• Distributiebonnen 
• Verduisteringsmaatregelen

Economie

• Economie met bezetter (Duitsland)
• Handelsverkeer sterk gericht op Duitsland 
• Export leren laarzen van 359.000 naar 1.489.000
• Afname werkeloosheid 
• Arbeitseinsatz

Verzet

• 29 juni 1940 (Anjerdag)
• Verzetsgroep 'De Geuzen'
• Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) en Landelijke Knokploegen (LKP)
• Trouw, Het Parool en Vrij Nederland
• Radio Oranje

Jodenvervolging

• 157.000 Joden geregistreerd
• September 1941
• Verplichte Jodenster (mei 1942)
• Kamp Westerbork
• Onderduiken

Wat was de codenaam van de Duitse inval van Nederland, België, Luxemburg en Noord-Frankrijk

1. Fall Yellow
2. Fall Gelb
3. Anschluss
4. Attacke

Wanneer werd Nederland binnengevallen door de Duisters

1. 10 mei 1940
2. 5 mei 1940
3. 15 mei 1940
4. 1 september 1939

Hoe heette de rijkscommissaris van Nederland tijdens de Duitse bezetting?

1. Koningin Wilhelmina
2. Adolf Hitler
3. Anton Mussert
4. Arthur Seyss-Inquart

Hoe heetten de voorwerpen die je nodig had om levensmiddelen mee te kopen?

1. Distributiebonnen
2. Papier
3. Tickets
4. Geld

Hoe wordt de eerste publieke uiting van protest tegen de bezetter ook wel genoemd?

1. Bevrijdingsdag
2. Geuzen
3. Anjerdag
4. LO

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.