Natuur

Wist je dat.....
er wel 4000
verschillende soorten zoogdieren zijn
zoogdieren
warmbloedig 
zijn
De blauwe
 vinvis het grootste 
zoogdier is
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
VerdedigingBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wist je dat.....
er wel 4000
verschillende soorten zoogdieren zijn
zoogdieren
warmbloedig 
zijn
De blauwe
 vinvis het grootste 
zoogdier is

Slide 1 - Diapositive

Eieren

Slide 2 - Carte mentale

Dit ga je leren
Deze les gaat over zoogdieren en hun jongen. Je leert hoe een mannetje een vrouwtje probeert te vinden om mee te paren. Je leert ook hoe zoogdieren jongen krijgen en hoe ze voor hun jongen zorgen.

Slide 3 - Diapositive

Lesverloop
- Korte herhaling
- Tekst lezen en opdrachten maken
- Nabespreken

Slide 4 - Diapositive

Zoogdieren

Kenmerken van zoogdieren:

  • Huid bedekt met haren
  • Ademhaling via longen
  • Lichaamstemperatuur: Constant (warmbloedig)
  • Voortplanting: levendbarend


Slide 5 - Diapositive

1

Slide 6 - Vidéo

07:07
Wat doen de edelherten in het filmpje?

Slide 7 - Question ouverte

Indruk maken

Slide 8 - Diapositive

Welke zinnen passen bij het gedrag van deze twee herten?
A
Ze baltsen.
B
Ze maken ruzie om voedsel.
C
Ze proberen indruk te maken op een vrouwtje.
D
Het ene mannetje wil het andere mannetje wegjagen.

Slide 9 - Quiz

Voortplanting
Voedsel
Verdediging
De kat sluipt langzaam naar het vogeltje toe.
De ree blaat als hij de vos ziet en springt weg.
De kraai vliegt weg met een tak in haar bek.
De koe gaat voor haar kalf staan als de hond blaft.

Slide 10 - Question de remorquage

Een piepklein eitje

Slide 11 - Diapositive

Welke zinnen zijn NIET juist?
A
De eicel is groter dan de zaadcel.
B
Er zijn meer eicellen dan zaadcellen
C
Een zaadcel heeft een staartje waarmee hij zwemt.
D
Een zaadcel kan een eicel bevruchten.

Slide 12 - Quiz

Deze eicel is bevrucht, als:
A
de eicel in de buik zit.
B
de zaadcellen naar de eicel zwemmen.
C
de zaadcellen bij de eicel aankomen.
D
er een zaadcel in de eicel binnendringt.

Slide 13 - Quiz

Vraag 4

Slide 14 - Diapositive

Verschillend en toch gelijk

Slide 15 - Diapositive

Vraag 5

Slide 16 - Diapositive

Antilopen leven altijd in een kudde. Een jonge antilope kan na de geboorte al heel snel lopen. Wat zijn daarvan 2 grote voordelen?
A
Hij kan vluchten voor roofdieren.
B
Hij kan meteen gras eten.
C
Hij kan met de kudde mee.
D
Hij kan door zijn moeder verzorgd worden.

Slide 17 - Quiz

Kudde
Alleen
Olifant
Paard
Vos
Koe
Vlinder
Spreeuw
Gans
Snoek
Walvis
Hagedis

Slide 18 - Question de remorquage

Hoera, het is een....

Slide 19 - Diapositive

Een baby groeit 9 maanden in de....

Slide 20 - Question ouverte

Hij krijgt voedsel en zuurstof door de....

Slide 21 - Question ouverte

Het water waarin de baby drijft, beschermt tegen....

Slide 22 - Question ouverte

De baby wordt uit de baarmoeder geperst door de....

Slide 23 - Question ouverte

De navelstreng wordt doorgeknipt als de baby is....

Slide 24 - Question ouverte

Hoe krijgen zoogdieren jongen?

Slide 25 - Question ouverte