Kunstgeschiedenis
1 / 25
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke bewering klopt over kunst in de prehistorie?
A
Ze maakten rotsschilderingen
B
Prehistorie kent geen kunst
Slide 2 - Quiz
A
Rome
B
Griekenland
Slide 3 - Quiz
A
Rome
B
Griekenland
Slide 4 - Quiz
Op de afbeelding staan drie zuilen. Bij elke zuil hoort een Griekse kunst stijl. Combineer de juiste stijl met de juiste zuil.
Zuil 3
Korintisch
Dorisch
Ionisch
Slide 5 - Question de remorquage
Welke cultuur bewonderden de oude Romeinen? Waar vonden ze hun inspiratie?
A
inspiratie bij Griekse kunst
B
inspiratie bij Egyptische kunst
C
inspiratie bij Arabische kunst
Slide 6 - Quiz
Welke bewering is juist?
A
Grieken: realisme, Romeinen: perfectie
B
Grieken: perfectie, Romeinen: realisme
Slide 7 - Quiz
In de Middeleeuwse kunst draaide alles om
A
God, het lijden van Christus
B
Afbeelden van de rijke mensen (de adel)
Slide 8 - Quiz
Middeleeuwse Kunst
Renaissance Kunst
Realistisch
Nieuwe technieken
Opdrachtgever is de kerk
Opdrachtgevers zijn rijke kooplui
Geen diepte in het schilderij
Het leven na de dood staat centraal
Slide 9 - Question de remorquage
Wat is juist?
De Renaissance begint
A
in Italië in de 15e eeuw
B
in Frankrijk in de 13e eeuw
Slide 10 - Quiz
Hoe worden schilders in Noord-Europa tijdens de Renaissance genoemd?
A
De Vlaamse Primitieven
B
De Gentse meesters
Slide 11 - Quiz
Is dit een kunstwerk van Leonardo da Vinci?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quiz
Welke Nederlandse schilders horen bij de Gouden Eeuw?
A
Rembrandt, Vermeer, Hals, Steen
B
Rembrandt, Van Gogh, Vermeer
C
Rembrandt, Vermeer, Mondriaan
Slide 13 - Quiz
Wie noemen we de sfinx van Delft? We weten bijna niets over deze schilder.
A
Frans Hals
B
Vincent van Gogh
C
Paulus Potter
D
Johannes Vermeer
Slide 14 - Quiz
Johannes Vermeer
Jan Steen
Het melkmeisje
Het Sint-Nicolaasfeest
'Een huishouden van ...'
Meester van het licht
Slide 15 - Question de remorquage
Welk soort schilderijen maakte Rembrandt vooral?
Er zijn 3 antwoorden!
A
Groepsportret
B
Stilleven
C
Historiestuk
D
Zelfportret
Slide 16 - Quiz
De moderne kunst begint rond
A
1800
B
1850
C
1900
Slide 17 - Quiz
Impressionisme begon in Frankrijk
in de
in de
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw
Slide 18 - Quiz
Wie noemen we de vader van het impressionisme?
De impressionisten wilden hun indrukken op het doek schilderen.
De impressionisten wilden hun indrukken op het doek schilderen.
A
Rembrandt van Rijn
B
Claude Monet
C
Vincent van Gogh
D
Jan Steen
Slide 19 - Quiz
Behalve impressionisme had je in de 19e eeuw de volgende stromingen:
A
Realisme (werkelijkheid)
B
Barokkunst
C
Gotische kunst
D
Romantiek (vluchten in het verleden, de natuur)
Slide 20 - Quiz
De Romantiek (19e eeuw) draaide om
A
vluchten uit de werkelijkheid
B
gezelligheid
C
angst
Slide 21 - Quiz
Wie is de vader van het kubisme?
A
Picasso
B
Van Gogh
C
Kahlo
D
Kandinsky
Slide 22 - Quiz
prehistorie
middeleeuwen
Griekse oudheid
renaissance
impressionisme
Kubisme
Surrealisme
modern kunst
Slide 23 - Question de remorquage
La liberté
Guernica
Nachtwacht
De Schreeuw
Slide 24 - Question de remorquage
Koppel het juiste schilderij aan de juiste kunstenaar
Karel Appel
Joan Miro
Vasily Kandinsky
Pablo Picasso
