Bezittelijk voornaamwoord

BONJOUR et BIENVENUE!
bezittelijk voornaamwoord
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

BONJOUR et BIENVENUE!
bezittelijk voornaamwoord
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Les buts du cours
Aan het einde van de les...
  • Weet ik wat een bezittelijk voornaamwoord is
  • Weet ik welke bezittelijke voornaamwoorden er in het Frans zijn
  • Weet ik wanneer ik welk bezittelijk voornaamwoord moet gebruiken

Slide 2 - Diapositive

En néerlandais..
Mijn  - Dat is mijn hond
Jouw - Dat is jouw hond
Zijn - Dat is zijn hond
Haar - Dat is haar hond
Ons/onze - Dat is onze hond 
jullie/uw - Dat is jullie hond / Dat is uw hond
Hun - Dat is hun hond

Slide 3 - Diapositive

Les pronoms possessifs
mannelijk     vrouwelijk     meervoud
mon                ma               mes
ton                   ta                tes
son                   sa               ses
notre                notre            nos 
votre               votre            vos
leur                  leur          leurs
mijn
jouw
zijn/haar
Onze
Jullie/uw
Hun

Slide 4 - Diapositive

Stappenplan
O (jouw) ...... père s'appelle Jean-Marc

1. Kijk naar het woord tussen haakjes, welk rijtje is het?
2. Kijk naar het woord achter de puntjes, is dit m/v/mv ?
3. Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord

Slide 5 - Diapositive

Faites attention!
Begint het woord na de ...... met een klinker of h
Dan krijg je de mannelijke vorm! Ook al is het woord vrouwelijk
(Anders krijg je klinkerbotsing, en dat mag niet!)

Voorbeeld: Het is mijn vriendin
                         Elle est ma amie      ONJUIST
                        Elle est mon amie        JUIST

Slide 6 - Diapositive

Exercice
1. (Jullie) ...... parents sont en vacances?
2. (Mijn) ...... femme est prof d'anglais
3. (Haar) ...... père travaille au supermarché
4. (Onze) ..... voiture est rouge
5. (Hun) .....  nourriture est chaude
6. (Jouw) ..... amie s'appelle Sarah

Slide 7 - Diapositive

Corriger
1. (Jullie) Vos parents sont en vacances?
2. (Mijn) Ma femme est prof d'anglais
3. (Haar) Son père travaille au supermarché
4. (Onze) Notre voiture est rouge
5. (Hun) Leur nourriture est chaude
6. (Jouw) Ton amie s'appelle Sarah

Slide 8 - Diapositive

Les buts du cours
Aan het einde van de les...
  • Weet ik wat een bezittelijk voornaamwoord is
  • Weet ik welke bezittelijke voornaamwoorden er in het Frans zijn
  • Weet ik wanneer ik welk bezittelijk voornaamwoord moet gebruiken

Slide 9 - Diapositive

Fin du cours
Au revoir! 

À la prochaine!

Bonne journée!

Slide 10 - Diapositive