Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
L'adjectif possessif
Voca
1 / 39
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
39 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Voca
Slide 1 - Diapositive
Dans ce cours...
Toets opgeven
Overhoren
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 2 - Diapositive
Toets vrijdag 2 februari
Leer van hoofdstuk 3:
Voca A en B (Fa-Ne en Ne-Fa)
Bron D en H ( leer de theorie, de gemaakte oefeningen en je aantekeningen)
Slide 3 - Diapositive
Overhoren
Voca B op blz. 130.
Slide 4 - Diapositive
Leerdoel:
- aan het einde van de les herken ik het bezittelijk voornaamwoord in een Franse zin
- aan het einde van de les kan ik een zin maken met het bezittelijk voornaamwoord in het Frans
Slide 5 - Diapositive
L'article défini
(het bepaald lidwoord)
Le/la/l'/les =
de/het
le
> mannelijk
la
> vrouwelijk
l'
> klinker/stomme h
les
> meervoud
la
fille
le
garçon
l'
ami
les
ami
s
Slide 6 - Diapositive
L'article indéfini
(het onbepaald lidwoord)
Un/une =
een
un
> mannelijk
une
> vrouwelijk
une
fille
un
garçon
Slide 7 - Diapositive
le
la
l'
les
ami
père
garçons
mère
fille
élève
parents
frère
Slide 8 - Question de remorquage
un
une
soeur
monsieur
chien
amie
maison
garçon
Slide 9 - Question de remorquage
Slide 10 - Diapositive
L'adjectif possessif
(het bezittelijk voornaamwoord)
Een bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan, van wie iets is.
Elk bezittelijk voornaamwoord heeft in het Frans 3 vormen: mannelijk, vrouwelijk en meervoud.
In het Frans kijk je niet naar de persoon van wie het is, maar naar het zelfstandig naamwoord dat erachter staat!
Aan het lidwoord kan je zien welke vorm je moet kiezen.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Bvnw - meervoud
ons/onze
notre - notre - nos
jullie/uw
votre - votre - vos
hun
leur - leur - leurs
Slide 13 - Diapositive
In het Frans:
mannelijk
vrouwelijk meervoud
mijn =
mon ma mes
jouw =
ton ta tes
zijn/haar =
son sa ses
ons/onze =
notre notre nos
jullie/uw =
votre votre vos
hun =
leur leur leurs
Slide 14 - Diapositive
L'adjectif possessif
Let op!
Son/sa/ses
kunnen
zijn
of
haar
betekenen.
Sa
soeur
betekent dus
zijn
zus of
haar
zus.
Dit kan je meestal uit de context (de zin) opmaken.
Zo niet, dan kies je zelf de vertaling.
Slide 15 - Diapositive
la mère
A
ton mère
B
ta mère
C
tes mère
Slide 16 - Quiz
un frère
A
son frère
B
sa frère
C
ses frère
Slide 17 - Quiz
le chat
A
mon chat
B
ma chat
C
mes chat
Slide 18 - Quiz
les copains
A
ton copains
B
ta copains
C
tes copains
Slide 19 - Quiz
une cousine
A
son cousine
B
sa cousine
C
ses cousine
Slide 20 - Quiz
les soeurs
A
mon soeurs
B
ma soeurs
C
mes soeurs
Slide 21 - Quiz
tante
grands-parents
père
mon
ma
mes
ton
ta
tes
son
sa
ses
Slide 22 - Question de remorquage
... grand-père
A
son
B
sa
C
ses
Slide 23 - Quiz
... copines
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 24 - Quiz
... famille
A
ton
B
ta
C
tes
Slide 25 - Quiz
... mère
A
son
B
sa
C
ses
Slide 26 - Quiz
... anniversaire
A
mon
B
ma
C
mes
Slide 27 - Quiz
... frères
A
ton
B
ta
C
tes
Slide 28 - Quiz
Bonjour! Moi, je suis Mica!
ma cousine
ma grand-mère
mon père
ma tante
mon oncle
Sandra
Pauline
Cédric
Marie
Luc
Slide 29 - Question de remorquage
Vertaal: mijn oom
Slide 30 - Question ouverte
Vertaal: jouw oma
Slide 31 - Question ouverte
Vertaal: zijn zussen
Slide 32 - Question ouverte
Vertaal: mijn tante
Slide 33 - Question ouverte
Vertaal: jouw ouders
Slide 34 - Question ouverte
Vertaal: haar vader
Slide 35 - Question ouverte
Wordwall
Op de volgende dia staat een link naar een spelletje op Wordwall. Doe het spelletje een keer!
Labelled diagram: Ma famille
Slide 36 - Diapositive
https:
Slide 37 - Lien
Maak oefening 30c, 30d en 31 vanaf blz. 127.
Slide 38 - Diapositive
Questions à atteindre à l'examen
Tu as une grande famille?
Comment s'appelle
tes parents/ton père/ta mère/ton frère/ta soeur
?
Ton frère, il a quel âge?
Comment est
ta petite soeur/ton grand frère
? Comment est son caractère?
Quel est le métier de
tes parents/ton père/ta mère
?
Avez-vous un animal domestique? Il est comment?
EN GROUPES DE DEUX PERSONNES: RÉPONDEZ AUX QUESTIONS.
Slide 39 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
klas 3TL - bij Hfd. 1 - uitleg bezittelijke vnw.
Septembre 2021
- Leçon avec
32 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3TLfa - vr. 16/9/2022
Septembre 2022
- Leçon avec
37 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
mon, ton, son, notre, votre, leur
Novembre 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
mon, ton, son, notre, votre, leur
Novembre 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
mon, ton, son, notre, votre, leur
Juin 2023
- Leçon avec
40 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H.S. U.2. mon, ma, mes ...
Mars 2021
- Leçon avec
36 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
L'adjectif possessif - enk. + mv.
Février 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
3D - wo. 14/9/2022
Septembre 2022
- Leçon avec
41 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3