4V Economie par. 6.2.1 combi

6.4
De huizenprijzen rond Schiphol zijn in verhouding tot die rond Heathrow ... (1) gedaald, omdat de ligging van het banenstelsel zorgt voor ...(2) negatieve externe effecten
A
1 minder sterk 2 minder
B
1 minder sterk 2 meer
C
1 sterker 2 minder
D
1 sterker 2 meer
1 / 25
suivant
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

6.4
De huizenprijzen rond Schiphol zijn in verhouding tot die rond Heathrow ... (1) gedaald, omdat de ligging van het banenstelsel zorgt voor ...(2) negatieve externe effecten
A
1 minder sterk 2 minder
B
1 minder sterk 2 meer
C
1 sterker 2 minder
D
1 sterker 2 meer

Slide 1 - Quiz

Overheidsingrijpen
De prijs die op de markt tot stand komt, kan door de overheid als te hoog of te laag worden beoordeeld

- te hoog, waardoor consumenten (te) veel moeten betalen

- te laag, waardoor producenten (te) weinig verdienen

Slide 2 - Diapositive

Een minimumprijs betekent dat de prijs niet ... een bepaalde waarde mag komen
A
onder
B
boven

Slide 3 - Quiz

Een maximumprijs dient ter bescherming van de ...
A
consument
B
producent

Slide 4 - Quiz

Minimumprijs <---------------------------> Maximumprijs
- ter bescherming producent             ter bescherming consument
- leidt tot aanbodoverschot                       leidt tot vraagoverschot
- overheid moet overschot opkopen      overheid moet distributie
                                                                            regelen, anders zwarte                                              markt

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Bereken bij een maximumprijs van €7 de grootte van het vraagoverschot. qa en qv x 1.000 stuks
qa= 0,5P -1 en qv= -0,4P + 7; alleen getal noteren

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Minimumprijs
De EU heeft voor een aantal landbouwproducten een minimum- of garantieprijs ingesteld. 
De EU garandeert een bepaalde minimumprijs voor producten. 

Slide 13 - Diapositive

Bij een minimumprijs mag de prijs niet ... (1) een bepaalde waarde komen.
De minimumprijs dient ter bescherming van de
... (2)
A
1 onder 2 consumenten
B
1 onder 2 producenten
C
1 boven 2 consumenten
D
1 boven 2 producenten

Slide 14 - Quiz

De minimumprijs ligt ... (1) de evenwichtsprijs.
Bij een minimumprijs ontstaat een ...(2)
A
1 onder 2 aanbodoverschot
B
1 onder 2 vraagoverschot
C
1 boven 2 aanbodoverschot
D
1 boven 2 vraagoverschot

Slide 15 - Quiz

Een minimumprijs ligt 
boven de evenwichtsprijs.

Bij een minimumprijs is het 
aanbod groter
dan de vraag, 
zodat er een aanbodoverschot 
ontstaat.  

Dit wordt vaak opgekocht door de overheid.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Bereken bij een minimumprijs van €13 de grootte van het aanbodoverschot en kosten voor de overheid van het opkopen hiervan. q in 1.000.000 stuks.
qa= 0,5P - 1 en qv= -0,4P + 7

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Bereken de kosten van het opkopen van het aanbodoverschot voor de overheid bij een minimumprijs van € 300,-
qv = -p + 500, qa = 2p - 250
alleen getal noteren, geen € en geen .

Slide 22 - Question ouverte

Er wordt een prijs van 300 ingesteld.
Er ontstaat een aanbodoverschot:
qa = 2 x 300 – 250 = 350
qv = - 300 + 500 = 200

De overheid koopt het 
overschot op.
Dit kost:
150 x 300 = € 45.000


Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Hw.
Opgaven 6.6 en 6.11

Slide 25 - Diapositive