4V Economie par. 6.2.2

6.6a
Een maximumprijs zal bij de marktvorm ...(1) leiden tot een groter surplus. Het ...(2) zal namelijk sterk toenemen
A
1 vvm 2 CS
B
1 vvm 2 PS
C
1 monopolie 2 CS
D
1 monopolie 2 PS
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6.6a
Een maximumprijs zal bij de marktvorm ...(1) leiden tot een groter surplus. Het ...(2) zal namelijk sterk toenemen
A
1 vvm 2 CS
B
1 vvm 2 PS
C
1 monopolie 2 CS
D
1 monopolie 2 PS

Slide 1 - Quiz

Minimumprijs
De EU heeft voor een aantal landbouwproducten een minimum- of garantieprijs ingesteld. 
De EU garandeert een bepaalde minimumprijs voor producten. 

Slide 2 - Diapositive

Bij een minimumprijs mag de prijs niet ... (1) een bepaalde waarde komen.
De minimumprijs dient ter bescherming van de
... (2)
A
1 onder 2 consumenten
B
1 onder 2 producenten
C
1 boven 2 consumenten
D
1 boven 2 producenten

Slide 3 - Quiz

De minimumprijs ligt ... (1) de evenwichtsprijs.
Bij een minimumprijs ontstaat een ...(2)
A
1 onder 2 aanbodoverschot
B
1 onder 2 vraagoverschot
C
1 boven 2 aanbodoverschot
D
1 boven 2 vraagoverschot

Slide 4 - Quiz

Een minimumprijs ligt 
boven de evenwichtsprijs.

Bij een minimumprijs is het 
aanbod groter
dan de vraag, 
zodat er een aanbodoverschot 
ontstaat.  

Dit wordt vaak opgekocht door de overheid.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Bereken bij een minimumprijs van €13 de grootte van het aanbodoverschot en kosten voor de overheid van het opkopen hiervan. q in 1.000.000 stuks.
qa= 0,5P - 1 en qv= -0,4P + 7

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Bereken de kosten van het opkopen van het aanbodoverschot voor de overheid bij een minimumprijs van € 300,-
qv = -p + 500, qa = 2p - 250
alleen getal noteren, geen € en geen .

Slide 12 - Question ouverte

Er wordt een prijs van 300 ingesteld.
Er ontstaat een aanbodoverschot:
qa = 2 x 300 – 250 = 350
qv = - 300 + 500 = 200

De overheid koopt het 
overschot op.
Dit kost:
150 x 300 = € 45.000


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Hw.
Opgave 6.8

Slide 16 - Diapositive