Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Herhaling Geschiedenis
Slide 1 - Diapositive
Zelf aan de slag
Uit elk groepje pakt iedereen 1 les
Maak van de les 3 vragen op een wisbordje
Schrijf de antwoorden op de achterkant
Slide 2 - Diapositive
Vroege en late middeleeuwen
Vroege middeleeuwen
500 tot 1000
Tijd van monniken en ridders
Late middeleeuwen
1000 tot 1500
Tijd van steden en staten
Slide 3 - Diapositive
Wat waren volksverhuizingen?
Volkverhuizing
Grote verplaatsing van Germaanse stammen in Europa
Slide 4 - Question ouverte
Waar vonden mensen zekerheid in de middeleeuwen?
A
In het geloof
B
In de politieke macht
C
In de economische welvaart
D
In het leger
Slide 5 - Quiz
Wat deden monniken in kloosters?
Ze stelden hun leven in dienst van God
Slide 6 - Question ouverte
Door wat voor 4 gevaren waren er in de vroege middeleeuwen onzeker?
honger
ziekte
rovers
Vikingen
Slide 7 - Question ouverte
Wat was het hofstelsel?
A
Een systeem waarbij horigen vrij waren om te gaan en staan waar ze wilden
B
Een systeem waarbij de baas van een domein bescherming bood aan horigen
C
Een systeem waarbij iedereen gelijk was voor de wet
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
Wat waren de drie standen in de vroege middeleeuwen?
Boeren
geestelijken
Adel
Slide 10 - Question ouverte
Wat waren stadsrechten?
A
Rechten die alleen voor burgers golden
B
Rechten die alleen voor edelen golden
C
Speciale rechten en vrijheden die een stad kreeg van de heer
D
Regels die in een stad golden
Slide 11 - Quiz
Wat moesten de inwoners doen in ruil voor de stadsrechten?
Belasting betalen
Slide 12 - Question ouverte
Wie bestuurde de stad in de late middeleeuwen?
schout en schepenen
Slide 13 - Question ouverte
Wat was de Hanze?
A
Een groep ridders die samenwerkten om land te veroveren
B
Een religieuze groepering
C
Een samenwerkingsverband van steden en kooplieden in de middeleeuwen
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Vidéo
Wat was de impact van handel in de middeleeuwen?
A
Het zorgde voor rijkdom
B
Het zorgde voor de verspreiding van de pest
C
Allebei de antwoorden zijn goed
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Vidéo
Tachtigjarige Oorlog
Tachtigjarige oorlog
1500 tot 1600
Tijd van ontdekkers en hervormers
1568 tot 1648
Slide 18 - Diapositive
Waar was het protest tussen 1500 en 1600 tegen gericht? 1. Tegen verkoop van aflaten 2. Tegen verkoop van hout 3. Tegen de macht en rijkdom van de paus en de rooms-katholieke kerk 4. Tegen de macht en rijkdom van de protestantse kerk
Aflaat
Dure brief van de kerk waarin stond dat je naar de
hemel ging, ook al had je verkeerde dingen gedaan
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 4 is juist
C
2 en 4 zijn juist
D
1 en 3 zijn juist
Slide 19 - Quiz
Welke nieuwe kerk ontstond als reactie op de rooms-katholieke kerk?
De protestantse kerk
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Vidéo
Wie was de heerser van de Nederlanden tijdens deze periode?
Slide 22 - Question ouverte
Wat deed Koning Filips II wat zorgde voor onrust in de Nederlanden?
Ketter
Iemand die het niet eens was met de katholieke kerk en
om die reden als een misdadiger werd behandeld.
A
Hij verhoogde de belastingen
B
Hij liet ketters vervolgen
C
Hij wilde meer macht hebben en de Nederlandse adel minder
D
Alle Antwoorden zijn goed
Slide 23 - Quiz
Wanneer werden de Nederlanden een republiek?
A
In 1588
B
In 1648
C
In 1776
D
In 1815
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Vidéo
De gouden eeuw
De gouden eeuw
Tijd van regenten en vorsten
De 17e eeuw
1600-1700
Slide 26 - Diapositive
Waar vluchtten veel koop- en ambachtslieden naartoe nadat Antwerpen was veroverd?
A
Rotterdam
B
Den haag
C
Amsterdam
D
Breda
Slide 27 - Quiz
Waar werden goederen opgeslagen in Amsterdam?
Slide 28 - Question ouverte
In welk jaar werd de VOC opgericht?
A
1502
B
1602
C
1702
D
1802
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Vidéo
Hoe heette Nederland in de gouden eeuw?
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Slide 31 - Question ouverte
Waarvoor gebruikten de rijken in de republiek hun geld in de Gouden Eeuw?
Hollandse meesters
Rembrandt van Rijn
Frans Hals
Johannes Vermeer
A
Voor aan de armen te geven
B
voor het inpolderen van de Beemster
C
Voor mooie buitenhuizen en kunst van Hollandse Meesters