Productkennis

• Bedrijfseconomie
• Secundair onderwijs

Productkennis

Heeft een verkoper/medewerker jou weleens een product gepresenteerd? Geef een voorbeeld hoe de medewerker dit gedaan heeft.

Artikel informatie

Om als verkoper een product te kunnen demonstreren is het belangrijk dat je weet hoe het product dat je verkoopt gemaakt wordt, hoe het product werkt en of het product milieuvriendelijk is. Wanneer je dit niet weet, kan het gebeuren dat je de klant niet optimaal kunt helpen en verkeerde informatie geeft. Met als gevolg: een ontevreden klant die zijn product terug komt brengen.

Vragen die kunnen helpen:

1. Waarvan wordt het product gemaakt?
   
2. Wat voor soort materiaal is er gebruikt?
3. Wat kost het?
4. Benoem 3 voordelen van dit product?
5. Benoem 2 nadelen van dit product?
6. schrijf 2 pluspunten op ten opzichte van ander product.
7. Waarom zou een klant dit moeten kopen?

De warenkennis groep: Groenten

Welk voedingstof komt er zo goed als niet voor in groenten?

1. Mineralen
2. Vetten
3. Vitamines
4. Eiwitten

Welke groenten word in het voorjaar geoogst?

1. Spruiten
2. Boerenkool
3. Asperges
4. Witte kool

Hieronder staan een aantal bladgroenten afgebeeld. Zet de afbeelding op de juisten plaats.

Kropsla

Spinazie

Frisee sla

Rucola

Hieronder staan een aantal knol- en wortel gewassen afgebeeld. Sleep de afbeelding naar de juiste tekst.

Radijs

Winter wortel

Knol- selderij

Venkel

Wat is geen peulvrucht?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is geen stengelgroenten

1. 
2. 
3. 
4. 

bureaustoel

Meer verkopen?

Vormen:

• Cross selling
• Upselling
• Deepselling

Cross selling

Extra product verkopen dat past bij het product dat de klant koopt. Ook wel bijverkoop.

Reserveonderdelen, accessoires, servicecontract.

Upselling

Duurdere variant van een product verkopen.

Deepselling

Meer van hetzelfde product verkopen.

Welke vorm van meer verkopen komt terug in het filmpje?

1. Cross-selling
2. Deep-selling
3. Up-selling

Rationele en emotionele verkoopsargumenten

Ratio: geld, zekerheid, noodzaak, tijdsbesparing, zelfontplooiing.

Emotie: gemak, veiligheid, status, lust, schoonheid, uniciteit,

vernieuwing, saamhorigheid.

OPDRACHT

Kies een minder bekend product dat je in de kijker wilt zetten. 

Bezorg de klant op een leuke manier zoveel mogelijk informatie over jouw gekozen product. 

Gebruik zowel rationele als emotionele verkoopsargumenten.

Probeer een voorbeeld te vinden van crosselling en upselling voor jouw product. 

(zie ook cursus p. 91-93)