Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Trede 01 - Wat is een biotoop?
Kennismaking met de natuurwetenschappen
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
De leerlingen kunnen een biotoop herkennen en beschrijven als een leefgebied van organismen waarin verschillende factoren in interactie gaan met elkaar.
Slide 2 - Diapositive
De natuurwetenschappen bestuderen:
natuurverschijnselen.
De natuurverschijnselen verdelen wij in:
levende natuur (biotische factoren)
niet-levende natuur (abiotische factoren
Slide 3 - Diapositive
A
Levende natuur
B
niet-levende natuur
Slide 4 - Quiz
A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur
Slide 5 - Quiz
A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur
Slide 6 - Quiz
A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur
Slide 7 - Quiz
A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur
Slide 8 - Quiz
A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur
Slide 9 - Quiz
A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur
Slide 10 - Quiz
A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur
Slide 11 - Quiz
A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur
Slide 12 - Quiz
A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur
Slide 13 - Quiz
A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur
Slide 14 - Quiz
A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur
Slide 15 - Quiz
A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur
Slide 16 - Quiz
A
Levende natuur
B
Niet-levende natuur
Slide 17 - Quiz
De natuurwetenschap en de levende natuur
De biologie bestudeert de levende natuur. Het woord biologie bestaat uit twee Griekse woorden:
bios = leven
logos = leer, studie, wetenschap
LEVEN
LEER,
STUDIE
Slide 18 - Diapositive
De kenmerken van levende wezens
ademen
zich voeden
groeien en afsterven
reageren op prikkels
uit zichzelf bewegen
zich voortplanten
afvalstoffen afscheiden
Al deze verschijnselen samen vormen kenmerken van de levende wezens.
De natuurwetenschap die zich bezighoudt met de levende natuur is de biologie.
Slide 19 - Diapositive
Speciaal: Virus
Slide 20 - Diapositive
Welk kenmerk van leven zie je hiernaast op de foto?
A
afvalstoffen
afscheiden
B
groeien en
afsterven
C
zich voeden
Slide 21 - Quiz
Welk kenmerk van leven zie je hiernaast op de foto?
A
ademen
B
uit zichzelf
bewegen
C
zich voortplanten
Slide 22 - Quiz
Welk kenmerk van leven zie je hiernaast op de foto?
A
afvalstoffen
afscheiden
B
uit zichzelf
bewegen
Slide 23 - Quiz
De natuurwetenschap en de niet-levende natuur
De fysica en de chemie bestuderen de niet-levende natuur.
Slide 24 - Diapositive
A
natuurkundig
verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig
verschijnsel (Chemie)
Slide 25 - Quiz
A
natuurkundig
verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig
verschijnsel (Chemie)
Slide 26 - Quiz
A
natuurkundig
verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig
verschijnsel (Chemie)
Slide 27 - Quiz
A
natuurkundig
verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig
verschijnsel (Chemie)
Slide 28 - Quiz
A
natuurkundig
verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig
verschijnsel (Chemie)
Slide 29 - Quiz
A
natuurkundig
verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig
verschijnsel (Chemie)
Slide 30 - Quiz
A
natuurkundig
verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig
verschijnsel (Chemie)
Slide 31 - Quiz
A
natuurkundig
verschijnsel (Fysica)
B
scheikundig
verschijnsel (Chemie)
Slide 32 - Quiz
Biotisch en abiotische factoren
Slide 33 - Diapositive
DOE-opdracht
Maak 8 foto's van verschijnselen uit de levende natuur en maak 8 foto's van verschijnselen uit de niet-levende natuur.
Maak van de gemaakte foto's twee aparte collages. Gebruik bijvoorbeeld PicCollage of PowerPoint.