Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
RNA
DNA kan worden gekopieerd tot RNA
RNA kan de celkern wel uit
Wat zijn de verschillen tussen RNA en DNA?
Slide 3 - Diapositive
stap 1: messenger RNA (m-RNA) maken
messenger RNA is een "boodschappenlijstje" Let op! m-RNA bestaat maar uit 1 streng m-RNA heeft geen thymine maar uracil (BINAS)
Slide 4 - Diapositive
Ribosomen
De afgelezen kopie heet RNA
Het RNA wordt in het ribosoom (eiwitfabriekje in de cel) vertaald naar het juiste eiwit.
Slide 5 - Diapositive
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
RNA-polymerase maakt een RNA-streng: een kopie van het gen voor het hormoon oestrogeen.
Welke aminozuren coderen voor deze codons?
Waar kan je dat vinden?
vormen samen een polypeptide (oftewel een eiwit, in dit geval het hormoon oestrogeen)
Slide 6 - Diapositive
Stap 2 mRNA verlaat de celkern
Slide 7 - Diapositive
Verwerking
Maak opdracht 11
timer
5:00
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Stap 3 translatie
Slide 10 - Diapositive
Letters mRNA: CODON
AUG = startcodon
UGA = stopcodon
Slide 11 - Diapositive
OEFENING:
Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
ATGACTTGGCCCAGAGGAUAA
Slide 12 - Diapositive
Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
ATGACTTGGCCCAGAGGAUAA
1) Noteer de code van het mRNA
2) Zoek op in het schema van de genetische code op welke aminozuren worden ingebouwd in het eiwit?
Slide 13 - Diapositive
Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
TAC.TGA.ACC.GGG.TCT.CCT.
ATT
code van het mRNA:
AUG.ACU.UGG.CCC.AGA.GGA.UAA
Aminozuren:
Met.Thr.Trp.Pro.Arg.Gly.(stop)
Slide 14 - Diapositive
Verwerking
Maak opdracht 12 - 14
Slide 15 - Diapositive
Noem drie verschillen tussen DNA en RNA.
Slide 16 - Question ouverte
Langs een van de nucleotideketens van een DNA-molecuul wordt een RNA-molecuul gevormd. Deze keten heeft de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA. Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat hierlangs wordt gesynthetiseerd?
Slide 17 - Question ouverte
In de afbeelding worden gelijktijdig meerdere RNA-moleculen gevormd. In welke richting wordt het DNA afgelezen: in de richting van A of in de richting van B? Leg je antwoord uit.
Slide 18 - Question ouverte
Voor welk aminozuur bevat het codon ACG de code?
A
serine
B
cysteïne
C
tryptofaan
D
threonine
Slide 19 - Quiz
Welk van de onderstaande codons is geen stopcodon?
A
UAA
B
UGA
C
UAG
D
UAU
Slide 20 - Quiz
Aan de slag
opdrachten 11-16 maken
begrippenlijst 2.3 maken/flitskaarten oefenen
Slide 21 - Diapositive
Eiwitsynthese
Transcriptie (overschrijven van DNA)
+
Translatie (vertalen van mRNA --> eiwit)
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Eiwitsynthese
Transscriptie (in celkern)
Vorming van mRNA
Slide 24 - Diapositive
Transcriptie (RNA gevormd langs DNA)
Slide 25 - Diapositive
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
RNA-polymerase maakt een RNA-streng: een kopie van het gen voor het hormoon oestrogeen.
Welke aminozuren coderen voor deze codons?
Waar kan je dat vinden?
vormen samen een polypeptide (oftewel een eiwit, in dit geval het hormoon oestrogeen)