2.3 eiwitsynthese

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Eiwitsynthese
Hardopdenkopdracht!

Slide 2 - Diapositive

LEERDOELEN
2.3
* je kent de bouw en functie van RNA
* je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt



Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
codon
RNA-polymerase maakt een RNA-streng: een kopie van het gen voor het hormoon oestrogeen.
Welke aminozuren coderen voor deze codons? 
Waar kan je dat vinden?
vormen samen een polypeptide (oftewel een eiwit, in dit geval het hormoon oestrogeen)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Letters mRNA: CODON
AUG = startcodon
UGA = stopcodon

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

OEFENING:


Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?

DNA:
ATGACTTGGCCCAGAGGAUAA


Slide 11 - Diapositive

Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
ATGACTTGGCCCAGAGGAUAA
1) Noteer de code van het mRNA
2) Zoek op in het schema van de genetische code op welke aminozuren worden ingebouwd in het eiwit?

Slide 12 - Diapositive

Welke aminozuren worden gecodeerd door dit stuk DNA?
DNA:
TAC.TGA.ACC.GGG.TCT.CCT.
ATT

code van het mRNA:
AUG.ACU.UGG.CCC.AGA.GGA.UAA

Aminozuren:
Met.Thr.Trp.Pro.Arg.Gly.(stop)

Slide 13 - Diapositive

Noem drie verschillen tussen
DNA en RNA.

Slide 14 - Question ouverte

Langs een van de nucleotideketens van een DNA-molecuul wordt een RNA-molecuul gevormd. Deze keten heeft de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA.
Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat hierlangs wordt gesynthetiseerd?

Slide 15 - Question ouverte

In de afbeelding worden gelijktijdig meerdere RNA-moleculen gevormd.
In welke richting wordt het DNA afgelezen: in de richting van A of in de richting van B? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Question ouverte

Voor welk aminozuur bevat het codon ACG de code?
A
serine
B
cysteïne
C
tryptofaan
D
threonine

Slide 17 - Quiz

Welk van de onderstaande codons is geen stopcodon?
A
UAA
B
UGA
C
UAG
D
UAU

Slide 18 - Quiz

Ik heb de volgende leerdoelen begrepen:
- je kent de bouw en functie van RNA
- je kunt beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage

Aan de slag
opdrachten 11-16 maken
begrippenlijst 2.3 maken




Slide 20 - Diapositive