P4W5 Pathologie: 5.1 Farmacologie

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud
  • Terugblik: opdracht Oncologie bespreken
  • Leerdoelen
  • Casuïstiek bespreken
  • Leesopdrachten TM Pathologie 5.1 Farmacologie/filmpjes afgewisseld met vragen
  • Evaluatie 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik
  • Vragen of onduidelijkheden m.b.t opdracht oncologie (planner)? 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leesopdracht
  • Lees in TM Pathologie 5.1 farmacologie door: Inleiding tot en met toedieningsvormen van medicatie (5 min)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent farmacologie?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het woord geneesmiddel misleidend?

Slide 8 - Carte mentale

  • Niet ieder medicijn heeft als doel om een ziekte te genezen. Beter is het om het woord medicijn of medicament te gebruiken.
  • Een medicijn kan ook gebruikt worden om ziekte te voorkomen -> preventief of symptomen te verlichten.

Welke toedieningsvormen van medicijnen ken je al?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leesopdracht 
Lees in TM Pathologie 5.1 door: registratie van medicijnen tot en met naamgeving van medicijnen. (5 min)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1865: Wet op de geneesmiddelen, wat houdt die in?

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat er in de opiumwet?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke naamgevingen aan medicatie ken je?

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent absorptie?
A
medicatie komt in je maag darm kanaal
B
medicatie komt in de bloedbaan

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt bedoeld met distributie
A
het bloed verdeelt het medicijn door het hele lichaam
B
het maag darm kanaal verteerd de medicijnen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een halfwaardetijd?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Metabolisme betekent?
A
Het verteren van de medicijnen
B
De chemische en fysische processen die medicijnen in het lichaam ondergaan

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar vindt metabolisme voor het grootste gedeelte plaats
A
Maag
B
Lever
C
Hersenen
D
Huid

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent eliminatie?

Slide 23 - Carte mentale

Uitscheiding gebeurt langs verschillende wegen:
- nieren
- longen
- zweet
- speeksel 

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent farmacodynamiek?

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar bevindt zich de receptor waar een medicijn op werkt?
A
Celmembraan
B
Celkern
C
Cytoplasma
D
DNA

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt bedoeld met een bijwerking?

Slide 27 - Question ouverte

Bijna altijd een nadelig effect
Welke bijwerkingen van medicijnen ken je?

Slide 28 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie
  • Leerdoelen behaald
  • Tips en tops over de les 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions