Hst 9 - 9.1

Hst 9 - Tijd van de wereldoorlogen (1900-1950)
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hst 9 - Tijd van de wereldoorlogen (1900-1950)

Slide 1 - Diapositive

Kenmerkende aspecten:
37 De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.

39 De crisis van het wereldkapitalisme.
40 Het voeren van twee wereldoorlogen.
43 Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.







Slide 2 - Diapositive

19de eeuw was een van de vreedzaamste periodes uit de Europese geschiedenis

Slide 3 - Diapositive

Waarom was de relatie Frankrijk Duitsland eind 19de eeuw verstoord?
A
Door de Frans-Duitse oorlog
B
Door de Duitse eenwording
C
Door de Napoleontische oorlogen
D
Door bemoeienissen van de Engelsen

Slide 4 - Quiz

De machtsbalans werd verstoord toen onder leiding van Pruisen een economisch sterk Duits keizerrijk werd gevormd...

Slide 5 - Diapositive

De vijf grote Europese mogendheden:
- Groot-Brittannië
- Frankrijk
- Oostenrijk-Hongarije
- Rusland
- Pruisen
De VS was een nieuwe economische grootmacht, maar werd door hun politiek van isolationisme niet als bedreiging gezien.

Slide 6 - Diapositive

.... en het militarisme in Europa toenam.

Slide 7 - Diapositive

  • Duitsland: Pas sinds 1871 een eenheidsstaat -> zocht nog naar eenheid. Streefde naar eenheid en een imperium zoals Frankrijk en Engeland.
  • Frankrijk: De Fransen hadden de Frans-Duitse oorlog verloren (1870-1871). Ze moesten ook nog het gebied Elzas-Lotharingen afstaan en zinden op wraak.  
  • Engeland: Hadden grootste rijk van de wereld en keken met schuin oog naar imperialistische wensen van Duitsland en de bouw van hun vloot; er ontstond een wapenwedloop
  • Oostenrijk-Hongarije: Staat van tientallen verschillende culturen, talen, landen die zelfstandig wilden worden.  

Slide 8 - Diapositive

Er ontstonden twee bondgenootschappen: 


- triple entente
- triple alliantie

Slide 9 - Diapositive

Welke landen waren onderdeel van de triple alliantie?
A
GB, Frankrijk en Rusland
B
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Rusland
C
Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië
D
GB, Frankrijk en Italië

Slide 10 - Quiz

--> centralen
--> geallieerden

Slide 11 - Diapositive

Wat waren de onderliggende oorzaken voor WO-I?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Welke vier onderliggende oorzaken voor het ontstaan van WO-I komen in filmpje naar voren?

Slide 14 - Question ouverte

Wie is de persoon in deze foto waarop een aanslag gepleegd wordt?
A
Franz Josef
B
Wilhelm II
C
Franz Ferdinand
D
Wilhelm I

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

9.1 Oorlog en crisis
  • Je kunt beschrijven door welke oorzaken het machtsevenwicht tussen de Europese mogendheden verstoord raakte.
  • Je kunt beschrijven waarom en op welke wijze de manier van oorlog voeren tussen 1914 en 1918 veranderde.
  • Je kunt uitleggen dat de Eerste Wereldoorlog voor een verandering in de mondiale economische verhoudingen zorgde.
  • Je kunt de zwakke plekken van de Amerikaanse economie beschrijven en je kunt uitleggen hoe die zwakke plekken leidden tot een economische wereldcrisis.
  • Je kunt uitleggen hoe onder president Roosevelt de economische problemen werden aangepakt en dat deze aanpak een breuk met het verleden was.
Of maak vragen 9.1

Slide 18 - Diapositive

De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

De opmars van het Duitse leger.

Slide 21 - Diapositive

Na de slag bij de Marne strandde de oorlog op het Westfront in een loopgravenoorlog, waarbij nieuwe wapens als gifgas ingezet werden om een paar km terrein van de tegenstander in te nemen.

Slide 22 - Diapositive

Lees de tekst De oorlog breekt uit van par. 9.1
Soldaten zetten de aanval in vanuit een 
loopgraaf

Slide 23 - Diapositive

Lees de tekst Oorzaken van de oorlog  van par. 9.1
Soldaten lopen door het 'niemandsland' (gebied
 tussen de loopgraven)

Slide 24 - Diapositive

Een soldaat staat in een gebied compleet verwoest door bommen en granaten (niemandsland)

Slide 25 - Diapositive

Eerste wereldoorlog was een totale oorlog; de gehele bevolking was betrokken bij de oorlog.
Mannen aan het front; vrouwen & kinderen in de fabriek

Slide 26 - Diapositive

In 1918 verdween het Oostfront tegen Rusland. Wat was hier de oorzaak van?
A
De Russen trokken zich terug uit de oorlog na de Russische revolutie van 1917
B
De Duitsers hadden Rusland ingenomen
C
De Russen hadden Oost-Duitsland ingenomen
D
Tsaar Nicolaas II ging aan Duitse zijde meevechten

Slide 27 - Quiz

De VS ging in 1917 aan geallieerde zijde meevechten:
- President Wilsons ideaal ; make the world safe for democracy
- Slachtoffers VS door Duitslands onbeperkte duikbotenoorlog

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Het Duitse leger verloor terrein en was moegestreden.
Op 11 november 1918 tekenden de Duitsers de capitulatie.

Slide 30 - Diapositive

Welke vredesbepalingen voor Duitsland stonden in het Verdrag van Versailles?

Slide 31 - Carte mentale