Quiz H7 economie

Nederland handelsland
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Nederland handelsland

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling leerdoelen
Begrijpen van internationale handel: 
Inzicht krijgen in de rol van Nederland als handelsland, inclusief het belang van import en export voor de Nederlandse economie.

Kennis van de Europese Unie (EU)
Begrijpen wat de EU is, welke landen lid zijn en wat de doelstellingen zijn, zoals economische samenwerking en het bevorderen van vrede.

Inzicht in de Europese Monetaire Unie (EMU): 
Weten welke landen de euro als munteenheid gebruiken en de voordelen hiervan, zoals het wegvallen van wisselkoersrisico's en het vergemakkelijken van handel binnen de eurozone.

Begrip van protectiemaatregelen: 
Inzicht in verschillende vormen van handelsbelemmeringen, zoals invoerrechten, contingentering en exportsubsidies, en hoe deze de internationale handel beïnvloeden.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrijpen van internationale handel 

Inzicht krijgen in de rol van Nederland als handelsland, inclusief het belang van import en export voor de Nederlandse economie.


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de juiste afbeelding naar import of export
IMPORT
EXPORT

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies uit import of export
export
import
De kaasfabriek uit NL verkoopt kaas aan een Duits bedrijf.
Een vakantieganger uit NL gaat naar Oostenrijk om te skiën
Albert Heijn koopt sperziebonen uit Egypte
Een Duitser huurt een hotelkamer in Egmond aan Zee

Slide 5 - Question de remorquage

3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De betalingsbalans is:
A
Een overzicht
B
Een overzicht van betalingen aan het buiteland
C
Een overzicht van betalingen
D
Een overzicht van betalingen uit binnen en buitenland

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland heeft een nationaal inkomen van 740 miljard. De totale invoerwaarde dat jaar bedraagt 380 miljard en de totale uitvoerwaarde 460 miljard. Bereken de exportquote.
A
62,2%
B
51,4%
C
82,6%
D
88,1%

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland heeft een open economie
een open Economie is:
A
Geen grenzen in dit land
B
Veel export
C
Veel import
D
Een land dat afhankelijk is van de import en export

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kennis van de Europese Unie (EU)
Begrijpen wat de EU is, welke landen lid zijn en wat de doelstellingen zijn, zoals economische samenwerking en het bevorderen van vrede.


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een interne markt is:
A
Een markt waarin alle handelstarieven tussen landen verhoogd worden.
B
Een markt waarin goederen, diensten, personen en kapitaal vrij kunnen bewegen zonder handelsbelemmeringen.
C
Een markt waarin alleen producten uit eigen land verkocht mogen worden.
D
Een markt waarin elk EU-land zijn eigen regels hanteert voor import en export.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrij verkeer van goederen en diensten
Vrij verkeer van kapitaal
Vrij verkeer van personen
Een Nederlander werkt in Duitsland
Mevrouw van de Vijver opent een bankrekening in België
Een product verkopen aan Polen kost geen extra belasting

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Inzicht in de Europese Monetaire Unie 

Weten welke landen de euro als munteenheid gebruiken en de voordelen hiervan, zoals het wegvallen van wisselkoersrisico's en het vergemakkelijken van handel binnen de eurozone.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De E.M.U is:
A
Landen met dezelfde munt
B
Landen met afspraken wat betreft het milieu
C
Landen met dezelfde taal

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande landen is géén lid van de eurozone?
A
Spanje
B
Duitsland
C
Zweden
D
Frankrijk

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke instelling is verantwoordelijk voor het monetair beleid binnen de EMU?
A
De Europese commissie
B
Het Europees parlement
C
De Wereldbank
D
De Europese Centrale Bank

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voordeel van de euro binnen de EMU?
A
Landen kunnen onbeperkt geld bijdrukken wanneer ze willen
B
Er zijn geen wisselkoerskosten tussen eurolanden
C
Elk land mag zijn eigen rente bepalen
D
De euro wordt in alle Europese landen gebruikt

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrip van protectiemaatregelen
Inzicht in verschillende vormen van handelsbelemmeringen, zoals invoerrechten, contingentering en exportsubsidies, en hoe deze de internationale handel beïnvloeden.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn protectiemaatregelen?
A
Overheid beschermt de eigen economie
B
de overheid beschermt de economie van een ander land
C
overheid vergoed beschermingsmaatregelen
D
overheid belast beschermingsmaatregelen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Goederen mogen niet ingevoerd worden
Belasting op invoerproducten
Maximaal aantal producten invoeren
Extra overheidsgeld voor exporterende bedrijven
Goederen mogen niet uitgevoerd worden
Invoerrechten
Exportverbod
Exportsubsidie
Invoerverbod
Contingentering (importquota)

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraak over globalisering is onjuist?
A
Globalisering heeft negatieve gevolgen voor het milieu.
B
Grote bedrijven zullen de productie verplaatsen naar westerse landen.
C
De werkgelegenheid voor laaggeschoolden in westerse landen wordt minder.
D
Globalisering zorgt wereldwijd voor een ongelijke welvaartsverdeling.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Nour vraag

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling leerdoelen
Begrijpen van internationale handel: 
Inzicht krijgen in de rol van Nederland als handelsland, inclusief het belang van import en export voor de Nederlandse economie.

Kennis van de Europese Unie (EU)
Begrijpen wat de EU is, welke landen lid zijn en wat de doelstellingen zijn, zoals economische samenwerking en het bevorderen van vrede.

Inzicht in de Europese Monetaire Unie (EMU): 
Weten welke landen de euro als munteenheid gebruiken en de voordelen hiervan, zoals het wegvallen van wisselkoersrisico's en het vergemakkelijken van handel binnen de eurozone.

Begrip van protectiemaatregelen: 
Inzicht in verschillende vormen van handelsbelemmeringen, zoals invoerrechten, contingentering en exportsubsidies, en hoe deze de internationale handel beïnvloeden.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Op 1 januari 2019 heeft Thijs in totaal € 150.000 spaargeld. Hij heeft geen schulden. Het heffingsvrije vermogen in box 3 bedraagt € 30.360,-.

De overheid gaat uit van een fictief rendement van 4%, waar 31% belasting over moet worden betaald. Hoeveel belasting moet Thijs betalen in Box 3?
A
€ 1860
B
€ 2236
C
€ 4785,60
D
€ 1483,54

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions