Vorbereitung toets Kapitel 7 Neue Kontakte

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Kapitel 5 Neue Kontakte

Bezittelijke voornaamwoorden

Grammatik bezittelijke voornaamwoorden

ik = dat is mijn fiets (mijn = bezittelijk) 

ich = das ist mein Fahrrad (mein = bezittelijk) 

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?

1. jij, u
2. mijn, jouw, jullie
3. onze, uw
4. hij, zij, ik

Het bezittelijk voornaamwoord

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn

1. sein(e)
2. ihr(e)
3. mein(e)
4. dein(e)

Bezittelijk voornaamwoord:
uw

1. Ihr-
2. ihr-
3. dein
4. euer

Bezittelijk voornaamwoord:
zijn

1. sein(e)
2. ihr(e)
3. mein(e)
4. dein(e)

Bezittelijk voornaamwoord:
onze

1. sein(e)
2. unser(e)
3. euer(e)
4. ihr(e)

Bezittelijk voornaamwoord
jouw

1. Ihr(e)
2. ihr(e)
3. dein(e)
4. euer(e)

Bezittelijk voornaamwoord:
hun

1. sein(e)
2. unser(e)
3. euer(e)
4. ihr(e)

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: mijn huis

1. sein Haus
2. ihr Haus
3. mein Haus
4. dein Haus

Bezittelijk voornaamwoord:
zijn (Bruder)

1. sein
2. ihr
3. mein
4. dein

Bezittelijk voornaamwoord:
jouw _______ Schwester

1. ihre
2. ihr
3. dein
4. deine

Bezittelijke voornaamwoorden
(mijn) ......... Mutter

1. mein
2. meine

Bezittelijke voornaamwoorden
(mijn) ......... Zimmer

1. mein
2. meine

Bezittelijke voornaamwoorden
(mijn) ......... Hund (m)

1. mein
2. meine

Bezittelijke voornaamwoorden
(mijn) ......... Hausaufgaben

1. mein
2. meine

Bezittelijke voornaamwoorden
(mijn) ......... Schwester

1. mein
2. meine

Bezittelijke voornaamwoorden
(jullie) ......... Haus

1. euer
2. eure

Bezittelijke voornaamwoorden
(haar) ......... Schwester

1. ihr
2. ihre

Das Ende

Maak uit het boek de oefeningen 21b, 22, 23 en 24