Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
STRAATTAAL
Slide 1 - Diapositive
Lesplanning
Lesdoel
Achtergrond en het ontstaan
Kennis testen
Opdracht maken
Evaluatie
Slide 2 - Diapositive
Lesdoel
Je weet wat de Nederlandse taal en straattaal met elkaar te maken hebben.
Je weet waarom straattaal gebruikt wordt.
Je vergroot je kennis over straattaal.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
De Nederlandse taal(vormen)
Nederlandse taal -> ook wel standaardtaal of algemene omgangstaal.
Er is niet één soort Nederlands dat door iedereen gesproken wordt.
Daarnaast zijn er allerlei dialectvormen en jongerentaal -> straattaal.
Talen veranderen continu door de creativiteit van mensen.
Slide 5 - Diapositive
Wat is belangrijk bij een taalvorm?
Het bepalen van de betekenis.
Wat is de bedoeling van de spreker?
Kennis van de wereld.
De inhoud.
De sociale relaties tussen taalgebruikers.
Passend bij sociale omstandigheden.
Slide 6 - Diapositive
Achtergrond
Wikipedia: Straattaal, een vorm van jongerentaal, is de mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken op school en op straat, naast de standaardtaal van het land waar ze wonen. Straattaal is aan het eind van de 20e eeuw ontstaan .
Eenvoudig uitgelegd:
Straattaal is een zelfgemaakte taal vol afkortingen in sms- en apptaal, schunnige woorden uit de hiphop en leentermen uit het Marokkaans, Turks, Engels en Surinaams. In Nederland is de basistaal Nederlands. Er wordt gespeeld met lidwoorden, toon, tempo en volume.
Slide 7 - Diapositive
Achtergrond
Informele spreektaal
Het is meertalig met Nederlands als basis
Het wordt aangevuld met nieuwe woorden, leenwoorden, etc.
‘Vlechttaal’: do it yourself gehalte'
Slide 8 - Diapositive
Bedenker
De term is bedacht door René Appel.
René was geen gangster maar taalkundige.
De media namen deze term over en al snel deden jongeren dat ook.
Straattaal bestond toen allang dus het niet is echt bekend wanneer het is ontstaan.
Slide 9 - Diapositive
Waarom spreken jongeren straattaal?
Het is een codetaal.
Het zorgt voor verbondenheid, maar kan ook mensen uitsluiten.
Je toont bij welke groep je sociaal en geografisch hoort.
Leuke manier om met taal te spelen-> straattaal kent geen regels -> heeft een hoog 'do it yourself' gehalte.
Boodschap hoeft niet letterlijk onder woorden gebracht te worden -> én toch is het verband/ de relatie helder.
Slide 10 - Diapositive
Overeenkomsten straattaal & dialect(en)
Beide zijn varianten binnen het standaard Nederlands.
Wordt naast het Nederlands gebruikt -> dus ook taalvaardig in het Nederlands.
Beide zijn een typische 'in-group' spreekstijl' -> onderling kunnen ze elkaar goed verstaan.
Verschillen in regio's of groepen -> veel variatie en verandering.
Associatie met individuen of groepen met een lage sociale status.
Kan nadelig zijn voor een succesvolle maatschappelijke carrière -> niet algemeen geaccepteerdenorm.
Slide 11 - Diapositive
Misverstanden
Veel mensen denken dat straattaal samen gaat met taalachterstand of agressie. Dat is niet zo!
Het is juist creatief.
Uit onderzoek blijkt dat jongeren juist goed zijn in taal als ze straattaal gebruiken.
Het is geen onvermogen maar een behoefte aan een nieuwe uitdrukkingsmogelijkheid.
Slide 12 - Diapositive
Voorbeelden van straattaal
Aanspreken:
G spreek je uit als dzjie. Komt van gangster maar heeft nu meer iets van vriend.
Kill, komt van kerel. Wat eten we? Broccoli kill.
Niffo = neef. ‘Ewa niffo’ Hé neef
Slide 13 - Diapositive
Voorbeelden van straattaal
Geld:
5 euro = lotto
10 euro = donnie
25 euro = tjawa
50 euro = bankoe
100 euro = barkie
1000 euro = kop, doezo of rug
1 miljoen = millie
Slide 14 - Diapositive
Voorbeelden van straattaal
Steden:
Amsterdam = Damsko
Rotterdam = Roffa
Amersfoort = Amo
Den Haag = Agga
Slide 15 - Diapositive
Voorbeelden van straattaal
Een paar zelfstandige naamwoorden
Fissa = feestje
Fa2 (Fattoe) = grapje
Waggie = auto
Osso = huis
Fiets = bikoe
Slide 16 - Diapositive
Weetjes
Er is zelfs een stuk bijbel vertaald: de torrie van Mattie
Er is ook een woordenboek:
https://straatwoordenboek.nl/
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Wanneer is straattaal ontstaan?
A
Eind 20e eeuw
B
Eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000
Slide 19 - Quiz
Wat zijn eigenschappen van een dialect?
A
Het wordt op school geleerd.
B
De spelling en grammatica zijn niet vastgelegd.
C
De woordbetekenissen zijn vastgelegd.
D
Maakt deel uit van het culturele erfgoed van een bepaalde regio.
Slide 20 - Quiz
Hoe komt het dat veel jongeren naast de Nederlandse taal ook straattaal spreken?
A
Het wordt gebruikt in songteksten.
B
Jongeren willen graag bij een bepaalde groep horen.
C
Jongeren die straattaal spreken zijn vaak tweetalig opgevoed en leren dit thuis.
Slide 21 - Quiz
Wat betekent: Doe hènig an!
A
Doe goed je best!
B
Doe voorzichtig!
C
Doe rustig aan!
Slide 22 - Quiz
Uit welke taal komt het woord 'Doekoe'?
A
Antiliaans
B
Surinaams
C
Marrokaans
D
Turks
Slide 23 - Quiz
Wat betekent het woord 'kats'
A
Helemaal
B
Een kater hebben.
C
Onaardig
D
Op het punt staan jonge katjes te krijgen.
Slide 24 - Quiz
Wat betekent dr'en?
A
Erg vinden
B
Iemand pesten
C
Rustig doen
D
Hard wegrennen
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Vidéo
Opdracht
Schrijf de tekst van de volgende slide in het standaard Nederlands.
Dit is tevens huiswerk voor de volgende keer!
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Als je het even niet weet
Straattaal is bijna overal te horen tegenwoordig.
Op straat, op school, radio en TV, in commercials en in talloze Nederlandse rapnummers. Straattaal is een onderdeel geworden van de maatschappij.
Weet je de betekenis van straattaalwoorden niet? Het straatwoordenboek kan je helpen. Er staan 8889 termen inclusief betekenis in de database, en dit aantal groeit iedere dag!
https://straatwoordenboek.nl/
Slide 29 - Diapositive
Straattaal & dialect in muziek
'Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is'.
'Kom uit het land waar je doorheen rijdt in drie uurtjes, met een ander dialect elke tien minuutjes' (Lange Frans & Baas B.).
In muziek en ook in gedichten worden teksten die in het dialect of in straattaal geschreven zijn regelmatig hits of bestsellers. Dit wordt dus wel volledig omarmd en geaccepteerd.
Een voorbeeld hiervan is een oude hit van Twarres: 'Ik sjoch dei'.
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Vidéo
Evaluatie
Korte terugblik
Huiswerk: Opdracht 'Ken jij deze torrie al?' maken voor de volgende les.
Neem de LessonUp slides nog een keer goed door, deze