3.2 Warmtetransport door wind en zeestromen

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt het voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt het voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 1 - Diapositive

Beschrijving van de afsluitende foto

In januari 1992 sloeg tijdens een storm in de Grote Oceaan, halverwege tussen Hongkong en de V.S., een container van een vrachtschip overboord. Nu gebeurt dat dagelijks, maar de lading van deze container was bijzonder: bijna dertigduizend badspeeltjes. Gele badeendjes, blauwe schildpadden, rode bevers en groene kikkers: allemaal kwamen ze in de oceaan terecht. Bijna een jaar later spoelden duizenden speeltjes aan op de kust van Alaska. Een groot deel zat jaren vastgevroren in het Noordpoolijs. Pas in 2000 werden ze voor de kust van IJsland gesignaleerd. Nog steeds spoelen speeltjes, weliswaar sterk verweerd, aan op verschillende stranden in de wereld. Door het onbedoelde experiment met de badspeeltjes is waardevolle informatie verkregen over de zeestromen in de oceanen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Waar is dit? Ierland hoe kan dat? 
Zeestromen (de transportband)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmtetransport
Regel
Wind en zeestromen transporteren warmte vanaf de evenaar en kou vanaf de poolstreken.
Aanlandige- en aflandige wind
  • Aanlandige wind (zeewind) brengt in het voorjaar koele lucht van boven zee naar het land. Aanlandige wind brengt in het najaar warmere lucht naar het land.
  • Aflandige wind (landwind) voert in de winter koude lucht aan en in de zomer warme lucht.
Zeewind
Zeewind heeft een hogere luchtvochtigheid dan landwind.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze oceanische circulatie ontstaat mede door wind.
Maar hoe ontstaat wind?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkvorm: Buys Ballon

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wind

Wind
Wind = bewegende lucht
wind stroomt van gebieden met veel lucht naar gebieden met weinig lucht, dus van Hoge naar Lage luchtdruk.
De schaal van Beaufort geeft de windsnelheid aan

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





Lucht gaat altijd van hoge naar lage luchtdrukgebieden!





Hoge luchtdruk 


Lage luchtdruk 


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wet van Buys Ballot

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Corioliseffect
NH: rechts
ZH: links

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wet van 
Buys Ballot

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk figuur 1.1

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

HW lezen par 3.2 maken 1 t/m 4 en 8

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les Köppen in PPT

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.2 ITCZ, Passaten en de Moesson

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Je kunt uiteggen wat de itcz is
  • Je kunt uitleggen wat een passaatwind is en hoe deze ontstaat
  • Je kunt uitleggen wat een moesson is en hoe deze ontstaat

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Breedteligging

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is er sprake van een gebied van lage luchtdruk (L) boven de evenaar?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wet van Buys Ballot

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Passaat
Aantek

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kan uitleggen waarom er verschillende seizoenen zijn.

Je hebt verschillende seizoenen, maar waarom zijn er verschillende seizoenen?
Seizoenen uitleg

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Seizoenen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neerslag in India, niet zomaar een beetje regen

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neerslag in Indonesië, in een paar weken net zo veel als in Nederland in één jaar

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ITCZ

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Nabespreken werkblad Köppen
Zie ppt staat in teams

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen 3.2 maken 5 t/m 7 + werkblad
https://www.geobronnen.com/weboefeningen/quayn-oefening-itcz

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions