Hfst 2 Wat een talent 2.8 spelling VERVOLG

Welkom! 
Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 
Log alvast in. 
Pak je leesboek en ga lezen. 

Mario
Djenna
Jaimy
Angelo
Luuk
docent
docent
docent
docent
docent
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom! 
Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 
Log alvast in. 
Pak je leesboek en ga lezen. 

Mario
Djenna
Jaimy
Angelo
Luuk
docent
docent
docent
docent
docent

Slide 1 - Diapositive

Lesopbouw:
Absentie
Lezen eigen boek
Hfst overzicht
Herhaling vorige les
Doel en uitleg deze les
Maken en bespreken opdrachten
Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Hfst overzicht: Voor elkaar!
Les 4: Schrijven en formuleren thema 1 en 2:  Daarna SO
Les 1: Fictie
Les 2: Gedicht
Les 3: Lezen
Les 5: Woorden
Les 6: Spreken, kijken en luisteren
Les 7: Grammatica
Les 8: Spelling
Les 9 Media en onderzoek:  Daarna Toets Thema 2 (half nov)

Slide 3 - Diapositive

Doel: les 2.8 Spelling
Ik weet hoe ik de persoonsvorm in tegenwoordige tijd (tt) spel. 

Slide 4 - Diapositive

Doel: les 2.8 Spelling
Ik weet hoe ik de persoonsvorm in tegenwoordige tijd (tt) spel. 

ik-vorm
ik-vorm + t
hele werkwoord

Slide 5 - Diapositive

Wat is het hele werkwoord van: stormde

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het hele werkwoord van: puzzel

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het hele werkwoord van: hield

Slide 8 - Question ouverte

Vul de drie vormen in van het werkwoord: schreeuwen
ik....... hij....... wij......

Slide 9 - Question ouverte

Vul de drie vormen in van het werkwoord: maken
ik....... hij....... wij......

Slide 10 - Question ouverte

Dictee
Schrijf op....

Slide 11 - Diapositive

Doel: 2.8 spelling
Je weet hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt. 

Doel vandaag: 
Je weet hoe je een komma gebruikt. 
Je weet acht dicteewoorden foutloos te schrijven. 

Slide 12 - Diapositive

kommagebruik
Een komma is een leesteken. 
Leestekens helpen je met het lezen van een tekst. 
Deze ken je al:    . ? !

De komma is een leesteken dat in een zin staat. 
Het zorgt bij het lezen voor een korte pauze. 

Slide 13 - Diapositive

kommagebruik
Wanneer gebruik je een komma?

  • tussen de delen van een opsomming
    Op de tafel liggen mijn boeken, pennen en schriften. 

  • Voor woorden zoals want, maar en omdat. 
    Ik vind wiskunde leuk, we hebben een leuke leerkracht. 

Slide 14 - Diapositive

Maak de zin af: Je gebruikt leestekens en hoofdletters, omdat.....

Slide 15 - Question ouverte

Wanneer gebruik je een komma?

Slide 16 - Question ouverte

Zet de komma op de juiste plaats:
Mike Yassin en Esra gaan naar het park.

Slide 17 - Question ouverte

Zet de komma op de juiste plaats:
Ze zijn er geweest met hun vader moeder en oma.

Slide 18 - Question ouverte

Zet de komma op de juiste plaats:
Het is al laat maar het is nog licht.

Slide 19 - Question ouverte

Zet de komma op de juiste plaats:
Ze gaan fietsen want lopen is te ver.

Slide 20 - Question ouverte

Zet een streep door opdracht 8 blz 118
Maak opdracht 9. Je schrijft ook de titel over. 

Let op alle leestekens!
. , ? ! en hoofdletters. 

Klaar: maak opdracht 10, 11 en 12. 
Maak de blauwe opdrachten online. 

Slide 21 - Diapositive

Doel: 2.8 spelling
Je weet hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt. 

Doel vandaag: 
Je weet hoe je een komma gebruikt. 
Je weet acht dicteewoorden foutloos te schrijven. 

Slide 22 - Diapositive

Vul de drie vormen in van het werkwoord: doen
ik....... hij....... wij......

Slide 23 - Question ouverte

Vul de drie vormen in van het werkwoord: slaan
ik....... hij....... wij......

Slide 24 - Question ouverte

Vul de drie vormen in van het werkwoord: roeren
ik....... hij....... wij......

Slide 25 - Question ouverte

Afsluiting van de les

Slide 26 - Diapositive

Wat vond je moeilijk deze les?

Slide 27 - Question ouverte

Wat heb jij goed gedaan deze les?

Slide 28 - Question ouverte

Bedankt voor jullie aandacht!
Je weet hoe je de komma in een zin moet gebruiken. 

Slide 29 - Diapositive