K3 Thema 1 Voorbereiding toets

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welkom klas 3

Voorbereiden Toets thema 1

PTA thema 1+2

Deze les is een herhaling van thema 1: Organen en cellen.

In deze LessonUp vind je de belangrijkste theorie bij thema 1.

BS 1 Organismen

Een organisme is levend. Dit kun je herkennen aan de 9 levenskenmerken die je ziet bij het organisme.

Alle organismen gaan dood.

Een dood organisme heeft geen levenskenmerken meer.

Een dood organisme heeft ooit geleefd. 

Iets is levenloos, heeft nooit geleefd (bv. steen, lucht, water).

Stofwisseling

Stofwisseling: in je lichaam worden stoffen omgezet naar andere stoffen.

Voeden

Ademhalen

Uitscheiden

Groei en ontwikkeling bij de mens

Bij de mens zijn er twee soorten groei en ontwikkeling:

- lichamelijke groei en ontwikkeling

- geestelijke groei en ontwikkeling

Levensfasen

Een mensen leven kun je verdelen in 8 stappen of levensfasen.

• Baby
• Peuter
• Kleuter
• (School)kind
• Puber
• Adolescent (jongvolwassene)
• Volwassene
• Oudere (bejaarde)

BS 2 Bouw organisme

Leer de organen uit je aantekeningen-schrift en boek

Organisatieniveaus

Cel: de kleinste bouwsteen van je lichaam
Weefsel: groep cellen met dezelfde bouw en functie
Orgaan: deel van een organisme met een specifieke bouw en functie
Orgaanstelsel: groep van samenwerkende organen die samen een functie uitvoeren

Organisme: 1 individu, een levend wezen bv. 1 mens

Bouw organisme (groot naar klein)

BS 3 Cellen van dieren en planten

welke korrels zijn er?

BS 4 Chromosomen

• Dit is een chromosomenportret
• Alle Lichaamscellen van mensen hebben 23  chromosomenparen.
• Total 46 chromosomen.
• Behalve de Y en X chromosomen zijn de paren gelijk aan elkaar.
• Chromosomen bevatten DNA met erfelijke informatie van vader en moeder.

BS 5 Gewone celdeling in lichaamscellen(mitose)

Meiose

BS 6 Reductiedeling bij geslachtscellen

(meiose) 

Geslachtschromosomen 

Vrouw: XX.

Man: XY.

Mannen bepalen het geslacht.

Wat moet je leren voor de toets?

Tekst BS 1 tot en met BS 6

Vetgedrukte begrippen

Leer de plaatjes ook!

Samenvatting op blz 63-67 + begrippen

Gemaakte opdrachten (ook examenopgaven 1 t/m 12)

TIP: Biologiepagina.nl

Ga naar biologiepagina.nl

Ga naar VMBO 3

Ga naar thema Organen en cellen

Daar staan filmpjes en oefeningen

Waar gebruiken de cellen van de organen en weefsel de zuurstof voor?

1. fotosynthese
2. ademen
3. verbranding
4. uitscheiden

Wat vervoert de voedingsstoffen naar alle organen en cellen?

1. de maag
2. het bloed
3. de darmen
4. je speeksel

Wat staat op volgorde van groot naar klein?

1. weefsels, organen, organisme, cellen
2. organisme, organen, weefsels, cellen
3. organisme, cellen, weefsels, organen
4. organisme, weefsels, cellen, organen

een levensfase is..

1. een periode in een mensenleven waarin je lichaam en je hersenen veranderen
2. een periode in een mensenleven waarin je lichaam en je hersenen groeien
3. een periode in een mensenleven waarin je je hersenen ontwikkelen
4. een periode in een mensenleven waarin je lichaam verandert

Wat is de juiste volgorde van levensfasen.

1. Baby, peuter, kleuter, schoolkind, adolescent, puber, volwassene, ouder
2. Baby, kleuter, peuter, schoolkind, puber, adolescent, volwassene, ouder
3. Baby, peuter, kleuter, schoolkind, puber, adolescent, volwassene, ouder
4. Baby, kleuter, peuter, schoolkind, adolescent, puber, volwassene, ouder

Wat is geen levensfase

1. Baby
2. (School)kind
3. Tiener
4. Adolescent

Wat is de levensfase van een puber?

1. 0-1,5 jaar
2. 12-16 jaar
3. 6-12 jaar
4. 16-21 jaar

In welke levensfase heb je een groeispurt?

1. puber
2. volwassene
3. bejaarde

Wat is de levensfase van de adolescent?

1. 16-21 jaar
2. 14-18 jaar
3. 21-30 jaar
4. 12-16jaar

Wat is jouw volgende levensfase?

1. Kind
2. Adolescent
3. Puber
4. Volwassene

Wat is GEEN functie van mitose?

1. Reparatie
2. Groei
3. Voortplanting
4. Celstrekking

Wat is mitose?

1. het koppelen van het dna
2. het delen van de cellen
3. het verzamelen van cellen

Mitose komt voor

1. In het hele lichaam, behalve in te zaadbalen
2. In het hele lichaam
3. alleen in de eierstokken

Mitose=

1. Normale celdeling
2. van 23 paar naar 46 losse chromosomen
3. Geslachtsceldeling of reductiedeling
4. Van 46 paar naar 46 losse chromosomen

Aan het einde van mitose heb je:

1. 2 genetisch identieke dochtercellen
2. 4 genetisch identieke dochtercellen
3. 2 genetisch verschillende dochtercellen
4. 4 genetisch verschillende dochtercellen