2HVa les 6 bwb

Welkom 2HVa
Leg al je spullen vast op tafel.
Ga lekker zitten en luister goed, duik in de wereld van ons verhaal...

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Welkom 2HVa
Leg al je spullen vast op tafel.
Ga lekker zitten en luister goed, duik in de wereld van ons verhaal...

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn tante is bang voor katten, zelfs voor jonkies. Ze is echt een held op ...

Welk woord moet er op de puntjes staan?
A
sandalen
B
slippers
C
sloffen
D
sokken

Slide 2 - Quiz

de uitdrukking is een held op sokken zijn.

Het betekent snel bang zijn, neit erg dapper zijn. 
helden lopen zeker niet rond op sokken, wel op stoere schoenen of laarzen.
Verdeel in zinsdelen en benoem die:

Mijn tante is een echte held.

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

planning van deze les
  •  lezen (10 min)
  • bijwoordelijke bepaling (5-8 min)
  • aan de slag (15 min)
  • even checken (8 min)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoel
  • Je kent het stappenplan zindeelontleden t/m stap 7 (bwb)
  • Je hebt inzicht in je eigen vaardigheid van redekundig ontleden
  • je hebt een overzicht van alle zinsdelen die je moet beheersen voor de toets
  • je hebt geoefend met de verschillende zinsdelen


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

les nalezen?
  • ik deel de lessen in LessonUp
  • jij maakt een account aan op LessonUp
  • klascode 2HVa: fhhgf


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de bijwoordelijke bepaling
Wanneer is een zinsdeel een bijwoordelijke bepaling?

Luister naar mijn uitleg en vul jouw aantekeningen aan indien nodig.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijwoordelijke bepaling
- geeft extra informatie bij het gezegde, bijvoorbeeld wanneer (tijd), waar (plaats) of waarom (reden) iets gebeurt.
- bijwoordelijke bepalingen geven ook antwoord op vragen als: waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.
- je kunt nog meer verschillende vragen stellen, bijvoorbeeld in de zin: Rond drie uur ben ik naar Frankrijk gereden met Ingrid.
Wanneer? Rond drie uur
Waarheen? naar Frankrijk
Met wie? Met Ingrid 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijwoordelijke bepaling
- je kunt nog meer verschillende vragen stellen, bijvoorbeeld in de zin: 

Rond drie uur ben ik naar Frankrijk gereden met Ingrid.

Wanneer? Rond drie uur
Waarheen? naar Frankrijk
Met wie? Met Ingrid 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijwoordelijke bepaling
Oftewel, alles wat nog geen naam heeft gekregen in de vorige stappen, krijgt de naam bijwoordelijke bepaling.

Dit is eigenlijk de prullenbak van de zin. Wat je niet 
meer kan benoemen, gooi je daarin --> alles 
moet immers een naam krijgen.


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is een zinsdeel een
bijwoordelijke bepaling? Zeg het hier
in eigen woorden.

Slide 11 - Carte mentale

Als je niet één van de andere zinsdelen is.
Vaak een bepaling van plaats en tijd
waarom
waarheen
wanneer

waarmee
waardoor
hoe
hoeveel

Wat is de bijwoordelijke bepaling in deze zin:

Gisteren bakte ik een overheerlijke taart.
A
ik
B
bakte
C
een overheerlijke taart
D
gisteren

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

aan de slag
15 minuten zelfstandig aan het werk.

Waarmee?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

aan de slag
  1. Maken opdracht 19 t/m 22. Begrijp je de bwb al keigoed? Maak dan slecht twee zinnen per oefening.
  2. Maak en lever in bij mij (ik deel papier uit) :
    - verzin een zin met een wwg en benoem alle zinsdelen
    - verzin een zin met een nwg en benoem alle zinsdelen
    - zin met alle zinsdelen (die we behandeld hebben)
  3. Ben je klaar? Lees in je werkboekje paragraaf 8 en 9.
timer
15:00

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdeel in zinsdelen en benoem die:

Elsa belt elke middag haar oma op.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdeel in zinsdelen en benoem die:

Elsa geeft haar oma elke week een bloemetje.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdeel in zinsdelen en benoem die:
Rond twee uur ben ik naar Spanje gereden met Jopie.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak zinnen met de aangegeven volgorde:
bwb - pv/wwg - ond - lv - rest wwg

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak zinnen met de aangegeven volgorde:
mv - pv/wwg - ond - lv - rest wwg

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

bedankt, tot de volgende keer!

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions