warmtetransport

warmtetransport
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

warmtetransport

Slide 1 - Diapositive

maken opgave 8 van 5.2

Slide 2 - Diapositive

Wat is het absolute nulpunt?
A
0 graden Celsius
B
-273 graden celsius
C
273 Kelvin
D
-273 Kelvin

Slide 3 - Quiz

Hoeveel Kelvin is 100 graden Celsius
A
373
B
173
C
73
D
-273

Slide 4 - Quiz



Stel dat je soep aan het koken bent. Om de soep te roeren, kan je beter een houten lepel gebruiken dan een metalen lepel, omdat de metalen lepel snel warm wordt. 
Leg uit waarom dat zo is.

Slide 5 - Question ouverte



Je zit nu aan een bureau. Voel het tafelblad en de metalen tafelpoot aan. De tafelpoot voelt kouder aan dan het tafelblad. En toch hebben beide voorwerpen dezelfde temperatuur als de temperatuur van het lokaal. 
Verklaar hoe het kan dat beide voorwerpen zo aanvoelen.

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Geleiding
Energie stroomt DOOR een vaste stof. 
Deze stof komt niet van zijn plaats.

Een geleider is een stof die de warmte 
goed doorgeeft.
Een isolator laat de warmte juist
slecht door.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Stroming
De warmte of energie stroomt met een vloeistof of gas mee.  (vaste stoffen stromen niet)

Warme lucht heeft een kleinere dichtheid dan koude lucht. De warme lucht (lucht met energie) stijgt op



Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Straling
Energie wordt door een lege ruimte gestraald.
Je hebt dus geen gas, vloeistof of vaste stof nodig om de warmte te verplaatsen.
Elk voorwerp straalt warmte uit, ook jij!

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Isolatie kan warmte binnen houden.
Of warmte buiten houden. 

Slide 15 - Diapositive

Isolatie
Isolatie is het het tegenhouden van warmtetransport

De rode plekken zijn warm en daar gaat dus veel warmte verloren
Dit heet WARMTEVERLIES

Slide 16 - Diapositive

Warmteverlies door geleiding
Geleiders zoals metalen geven warmte snel door. Dat betekent dat ze veel warmte verliezen. 

Isolatoren zoals glas/kunststof/papier geleiden warmte slecht. Hierdoor heb je weinig warmteverlies. 

Slide 17 - Diapositive

Warmteverlies door stroming

Warmteverlies door stroming ga je tegen door te zorgen dat warmte lucht niet weg kan. 

Slide 18 - Diapositive

Warmteverlies door straling
Warmteverlies door straling voorkom je door de straling terug te kaatsen. Dit kun je doen door spiegelend materiaal te gebruiken. 

Slide 19 - Diapositive

De kachel geeft vooral warmte af door...
A
Warmtestraling
B
Warmtestroming

Slide 20 - Quiz

Hoe kun je goed warmte isoleren?
A
Dubbele glazen in het raam
B
Metalen muren in je huis hebben
C
Buiten koken
D
Lucht tussen de muur

Slide 21 - Quiz

Warmteverlies door straling ga je tegen
A
Door het vasthouden van de warme lucht
B
Door te isoleren.
C
Door de warmte terug te kaatsen.
D
Door luchtstroming te verminderen.

Slide 22 - Quiz

Warmtestraling
A
Moet altijd door een tussenstof
B
Gaat niet door een tussenstof

Slide 23 - Quiz

aan de slag
maken 9 t/m 23 van 5.2 

Slide 24 - Diapositive