Par. 3 - Practicum

• Nask
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

1HA 1.13

1AHA 1.13

1. Huiswerkcheck

2. Uitleg 1.3

3. Notities maken

4. Zelfstandig werken

Wat gaan we doen vandaag?

Hoe werkt een indicator?

Welke eenheid gebruikt een klok?

Aan het einde van deze les kan ik:

de werking van de brander uitleggen 

en zijn drie soorten vlammen

de veiligheidsregels benoemen

enkele practicummaterialen benoemen

het verschil uitleggen tussen 

digitale en analoge apparatuur

Welke practicummaterialen ken jij?

Welke veiligheidsmiddelen ken jij?

5 veiligheidsregels:

- Begin pas wanneer de docent klaar is met de uitleg

- Niet duwen en rennen in het lokaal

- Niet eten of drinken in het lokaal

- Draag een labjas en veiligheidsbril. Lange haren in 

   een staart

- Ruik voorzichtig en proef nooit

De brander

Met de gasregelknop kun je de hoeveelheid gas aanpassen

Met de luchtregelring laat je meer of minder lucht bij het gas.

In de schoorsteen worden het gas en de lucht gemengd.

Demo practicum: Brander

Analoog en digitaal meten

Analoog: Een meetinstrument met wijzers en een schaal

Digitaal: Een meetinstrument met cijfers op een scherm

Huiswerk maken

Maak de opgaven in LessonUp 1.3

Klaar? Leer de namen en toepassingen 

van de practicummaterialen

Bekijk de afbeelding. Beantwoord de volgende vraag

1) Noteer de naam van elk glas in de vorige afbeelding

2) Bij practicum heb je verschillende veiligheidsregels. Noteer er 3

3) Als je een brander aansteekt, moet de luchtregelring ..... zijn

1. Open
2. Dicht

Bekijk de 2 afbeeldingen. Beantwoord dan de volgende vraag

A                                          B

4) Welke klok is analoog en welke klok is digitaal? Leg uit waaraan je dat kunt zien

5a) Gaan aan of deze zin goed of fout is tijdens een practicum
Kaya ruikt direct met haar neus aan een open fles

1. Goed
2. Fout

5b) Gaan aan of deze zin goed of fout is tijdens een practicum:
Randjew houdt de reageerbuis met de reageerbuisknijper in een vlam

1. Goed
2. Fout

5c) Gaan aan of deze zin goed of fout is tijdens een practicum:
Carlo zet zijn veiligheidsbril af, terwijl hij een vloeistof verwarmt

1. Goed
2. Fout

5d) Gaan aan of deze zin goed of fout is tijdens een practicum:
Karin heeft lang haar en bindt dat in een staart

1. Goed
2. Fout

5e) Gaan aan of deze zin goed of fout is tijdens een practicum:
Ineke schuift haar tas onder de tafel voor ze aan het practicum begint

1. Goed
2. Fout

5f) Gaan aan of deze zin goed of fout is tijdens een practicum:
Paul proeft of een vloeistof zoet is

1. Goed
2. Fout

5g) Gaan aan of deze zin goed of fout is tijdens een practicum:
Saar loopt op het practicumlokaal uit en zet de brander op de gele vlam

1. Goed
2. Fout

6) Carolien stoot per ongeluk haar brander om, terwijl de vlam blijft branden. Je raakt niet in paniek, want je weet wat je als eerste moet doen:

1. Je draait de gaskraan dicht
2. Je giet een bekerglas met water op de brander
3. Je probeert Carolien te troosten
4. Je pakt de brander en zet hem rechtop

7) Schrijf vier veiligheidsmiddelen op die in het practicumlokaal aanwezig zijn

Lees de tekst, maak daarna de vragen

Je gaat 2 bekerglazen met water verwarmen: een kleine met 100 mL water en een grote met 2 L water. Je meet hoe lang het duurt voordat het water gaat koken. Van deze gegevens maak je een tabel en een grafiek.

8a) Welke vlam gebruik je in de volgende situatie?

Je verwarmt het bekerglas met 100 ml water

1. Gele vlam
2. Blauwe vlam
3. Blauwe ruisende vlam

8b) Welke vlam gebruik je in de volgende situatie?

Je verwarmt het grote bekerglas met 2 L water

1. Gele vlam
2. Blauwe vlam
3. Blauwe ruisende vlam

8b) Welke vlam gebruik je in de volgende situatie?

Je maakt de tabel en grafiek van de gegevens

1. Gele vlam
2. Blauwe vlam
3. Blauwe ruisende vlam

Ik kan verschillende practicummaterialen herkennen/benoemen

010

Ik kan de 5 veiligheidsregels benoemen en uitleggen

0100

Ik kan het verschil uitleggen tussen digitale en analoge appartuur

010

Ik kan de drie soorten vlammen van de brander benoemen en hun eigenschappen

010

Huiswerk voor de volgende keer

Vragen afmaken en lezen 1.3 in het online boek