Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Willkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.
Slide 1 - Diapositive
der Unterrichtsplan
- Rückblick
- Prüfung Kapitel 3 (" einplanen")
- Lektion 5 Aufg. 1 und 2 kontrollieren
- Erklärung 3. Fall ( 3e naamval)
- Lektion 5: Opg. 8,9, 10, 11, 12, (13) machen
- Evaluation
Slide 2 - Diapositive
Wien
Slide 3 - Diapositive
die Lernziel(e):
Je kunt de uitgangen van de 1e, 3e en 4e naamval juist toepassen bij de woorden van de der-groep en de ein-groep.
Slide 4 - Diapositive
Hausaufgaben: Lektion 5 Aufg.: 1 und 2 kontrollieren
Slide 5 - Diapositive
Rückblick
Was weißt du noch über die Fälle?
Slide 6 - Diapositive
Na de 1e en 4e naamval, gaan we nu aan de slag met
de 3e naamval!!!!
Slide 7 - Diapositive
Naamvallen
1e naamval Onderwerp
3e naamval Meewerkend voorwerp
4e naamval Lijdend voorwerp
Slide 8 - Diapositive
Hoe vind je het onderwerp?(1 naamval)?
Wie/wat + gezegde*
* gezegde zijn alle werkwoorden in de zin
Slide 9 - Diapositive
Hoe vind je het lijdend voorwerp (4e naamval)?
Wie/wat + gezegde + onderwerp?
Slide 10 - Diapositive
Hoe vind je het meewerkend voorwerp?
(3e naamval)
Aan/voor wie + ww. gezegde+ onderwerp + lijdend voorwerp?
(Je kunt voor het zinsdeel denkbeeldig 'aan' of 'voor' zetten)
Slide 11 - Diapositive
Der Gruppe & Ein Gruppe
Slide 12 - Diapositive
Naamvallen schema met zelfstandig naamwoord:
der-Gruppe:
m v o mv
1e der Mann die Frau das Kind die Freunde
3e dem Mann der Frau dem Kind den Freunden
4e den Mann die Frau das Kind die Freunde
Slide 13 - Diapositive
Naamvallen schema met zelfstandig naamwoord:
ein-Gruppe:
m v o mv
1e ein Mann eine Frau ein Kind keine Freunde
3e einem Mann einer Frau einem Kind keinen Freunden
4e einen Mann eine Frau ein Kind keine Freunde
Slide 14 - Diapositive
Kijk goed naar de onderstaande zin en zoek het onderwerp en het lijdend voorwerp uit de zin.
Der Vater kauft einen Koffer.
(De vader koopt een koffer.)
Het antwoord zie je op de volgende bladzijde.
Slide 15 - Diapositive
Der Vater kauft einen Koffer.
Der Vater (hij) is het onderwerp = 1e naamval
Einen Koffer (hem )is het lijdend voorwerp = 4e naamval
Slide 16 - Diapositive
Der Vater kauft der Mutter einen Koffer.
Er is een nieuw zinsonderdeel bijgekomen (der Mutter)
In het Nederlands heet dit een meewerkend voorwerp.
In Nederlandse zinnen herken je het meewerkend voorwerp aan het feit dat je er de voorzetsels aan of voor voor kunt zetten.
Slide 17 - Diapositive
Voorbeeld
Mijn vader schrijft de directeur een brief.
Je kunt ook zeggen:
Mijn vader schrijft aan de directeur een brief.
Slide 18 - Diapositive
Let op !!!!
In Duitse zinnen staat er geen voor of aan voor het meewerkend voorwerp in de zin.
Slide 19 - Diapositive
Belangrijk !!!
In de 3e naamval krijgt het zelfstandig naamwoord in het meervoud een extra -n op het eind behalve als het woord in het meervoud al op een- n of een -s eindigt.