Stripverhaal

Stripverhaal
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Stripverhaal

Slide 1 - Diapositive

De Familie Duck

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Hoe heet dit stripfiguur?

Slide 5 - Question ouverte

Waaraan herken je een stripverhaal?

Slide 6 - Carte mentale

Bij een stripverhaal:
Worden er lange teksten gebruikt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz


Waar staat de tekst meestal in?

Slide 8 - Question ouverte


Bij een strip:
Wat is belangrijker?
A
De tekeningen
B
De tekst

Slide 9 - Quiz



Kan een strip zonder tekst?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz



Wat betekend deze tekstballon?
A
Iemand is verliefd
B
Iemand denkt na
C
Iemand is boos
D
Iemand is duizelig

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive


Welk symbool komt het meeste voor?
A
Denkwolk
B
Sterretjes
C
Hartjes
D
Spreekballon

Slide 13 - Quiz

Tekstballon 
soorten: 

Slide 14 - Diapositive

Welk geluid
past het best
bij dit gezicht?
A
Yèèèèèès!
B
Aaaaaauw!
C
Ieuw!
D
Uuh, huh?

Slide 15 - Quiz

Sleep het geluid naar de juiste foto.
“Wooow!”

Slide 16 - Question de remorquage

Sleep het geluid naar de juiste foto.
“Whaaahahahahaha!”

Slide 17 - Question de remorquage

Welk geluid
past het best
bij dit gezicht?
A
Aaaaaaah!
B
Whaahahaha!
C
Ieuw!
D
Iets anders...

Slide 18 - Quiz

Opdracht:
Vul de strip in!
bestand
- Sla een kopie op in je               eigen map. 
- daarna vul je de strip in. 

Slide 19 - Diapositive

Zo is lezen niet nodig: 

Slide 20 - Diapositive

Teken een woord 
sjaal – koe – chocola – slijm – hart – bloem – cactus

Slide 21 - Diapositive

Vrrroemmm!

Slide 22 - Diapositive