OPEN DAG QUIZ 1 2022

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

BODY PARTS

Slide 2 - Diapositive

The body part & function. Which one is correct
A
it helps me to grab (RED)
B
it helps me to smell (YELLOW)
C
it helps me to eat (BLUE)
D
it helps me to hear (WHITE)

Slide 3 - Quiz

The body part & function. Which one is correct
A
it helps me to run (RED)
B
it helps me to talk (YELLOW)
C
it helps me to touch (BLUE)
D
it helps me to grab (WHITE)

Slide 4 - Quiz

The body part & function. Which one is correct
A
it helps me to listen (RED)
B
it helps me to talk (YELLOW)
C
it helps me to touch (BLUE)
D
it helps me to smell (WHITE)

Slide 5 - Quiz

The body part & function. Which one is correct
A
it helps me to listen (RED)
B
it helps me to talk (YELLOW)
C
it helps me to touch (BLUE)
D
it helps me to smell (WHITE)

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Que signifie 'un, deux, trois' ?
Wat betekent 'un, deux, trois' ?
A
ijs, drop, chips (ROOD)
B
in, daar, tussen (GEEL)
C
een, twee, drie (BLAUW)
D
welkom op het Talenplein (WIT)

Slide 8 - Quiz

Que signifie 'merci' ?
Wat betekent 'merci' ?
A
Alsjeblieft (ROOD)
B
Chocola (GEEL)
C
Welkom op het Talenplein (BLAUW)
D
Bedankt (WIT)

Slide 9 - Quiz

Le ciel est bleu.
Bleu = :
A
blauw (ROOD)
B
welkom (GEEL)
C
blond (BLAUW)
D
bleek (WIT)

Slide 10 - Quiz

Le nuage est
blanc.
Blanc = :
A
blauw (ROOD)
B
wit (GEEL)
C
rood (BLAUW)
D
zwart (WIT)

Slide 11 - Quiz

Une fraise est rouge.
Rouge =
A
rond (ROOD)
B
ruig (GEEL)
C
rood (BLAUW)
D
groen (WIT)

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Vraag 1: Een uitdrukking

Zo gezond als een ...
A
vis (ROOD)
B
hond (GEEL)
C
vogel (BLAUW)
D
gaudi (WIT)

Slide 14 - Quiz

Vraag 2: spelling

Welk woord is GOED geschreven?
A
Goudi (ROOD)
B
portomonnee (GEEL)
C
onmidellijk (BLAUW)
D
interessant (WIT)

Slide 15 - Quiz

Vraag 3: woordenschat
Hoe noem je een ander woord met (bijna) dezelfde betekenis?

A
gezegde (ROOD)
B
synoniem (GEEL)
C
definitie (BLAUW)
D
gaudi (WIT)

Slide 16 - Quiz

Vraag 4: lezen
Uit welke boekenserie komt deze illustratie?
A
Dagboek van een muts (ROOD)
B
Gaudi boek (GEEL)
C
Het leven van een loser (BLAUW)
D
Hugo (WIT)

Slide 17 - Quiz

Vraag 5 uitdrukking Wat betekent:
Je ziet er
bedrukt uit?
A
dat je er als Gaudi uitziet (ROOD)
B
dat je er moe uitziet (GEEL)
C
dat je er niet verdrietig uitziet (BLAUW)
D
dat je er verdrietig uitziet (WIT)

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

EN NU....PICTURES :)

Slide 20 - Diapositive