Keuzedeel pabo WO - les 6 - geschiedenis

Keuzedeel pabo - GS - les 6
Woensdag 17-03-2021 - 14.15 - 15.45 uur






Tijdvak 3. Tijd van Monniken en ridders. Deel 2. 



1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Keuzedeel pabo - GS - les 6
Woensdag 17-03-2021 - 14.15 - 15.45 uur






Tijdvak 3. Tijd van Monniken en ridders. Deel 2. 



Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk tijdvak ligt de oorsprong van de democratie (niet zoals we die nu kennen ;))?

A
Tijd van jagers en boeren (3000 v. Chr.)
B
Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v. Chr.-500 na Chr.)
C
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
D
Tijd van steden en staten (1000 - 1500)

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar is de oudste democratie begonnen?

A
Rome
B
Athene
C
Egypte

Slide 3 - Quiz

De oudst bekende democratie was die van Athene in de Griekse oudheid (6e tot 4e eeuw v. Chr.). Alle vrije burgers van Athene stemden in een centrale volksvergadering op gelijke voet over wetgeving en benoemingen voor belangrijke posten; via een schervengericht konden ambtsdragers die te veel macht naar zich toetrokken, weer worden afgezet. Het stemrecht was wel zeer beperkt: vrouwen, slaven en metoiken (vreemdelingen, "medebewoners") mochten in Athene niet meebeslissen.

De oudst bekende democratie was die van Athene in de Griekse oudheid 
Wie gaat er stemmen (of is al geweest)?
A
ja, ik ga stemmen
B
Ik weet het nog niet
C
nee, ik ga niet stemmen
D
Ik wil wel stemmen maar ik weet niet op welke partij..

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Terug naar het huidige tijdvak..

Maak een tekening van de drie standenmaatschappij
en deel het!
timer
1:00

Slide 5 - Question ouverte

Standensamenlevng: 
1. Geestelijkheid (priesters, monniken, paus) - contact met god

2. Adel (koningen, hertogen, ridders, enz) - zorgde voor bescherming

3. De boeren (vrije boeren en horigen) - zorgde voor het voedsel
Programma les 6
14.15 - 15.45
  • Start
  • Herhaling
  • Theorie 3.3 (en 3.4)
  • Opdrachten werkboek 3.3 en 3.4
  • Pauze 
  • Gezamenlijke opdracht
  • Opdrachten werkboek (opdrachten bij het tijdvak)
  • Afronding

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen tijdvak 3: De Middeleeuwen


De aspirant-student kan: 
  • beschrijven hoe het christendom zich verspreidde in Europa (les 6)
  • het ontstaan van de islam beschrijven (les 6)
  • beschrijven hoe de islam zich verspreidde (les 6)
  • hofstelsel, leenstelsel en horigheid uitleggen (les 5)


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opfrisvraag 1. Munt met afbeelding van Karel de Grote

De Frankische koning Karel de Grote heerste van 768-814 over
een groot deel van Europa. Zolang hij leefde heeft hij oorlog
gevoerd, onder meer tegen de Saksen, de Longobarden en de
Denen. Hoe kwam hij aan soldaten voor al die oorlogen?
A
Hij had als eerste christelijke keizer een verbond met de paus gesloten en die riep alle riddersop om voor Karel te vechten.
B
Hij had een leger getrouwen die hij grond in leen had gegeven en die in ruil daarvoor voor hem vochten.
C
Hij stuurde zendgraven op pad met de bedoeling huursoldaten te werven en op te leiden die in ruil voor soldij voor hem vochten.
D
Hij voerde de dienstplicht in voor alle jongemannen in zijn rijk en die waren verplicht om drie jaar lang voor hem te vechten.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opfrisvraag 2. Horigen

In de middeleeuwen waren veel boeren horig aan een kasteelheer.
Deze horige boeren moesten onder andere een deel van de oogst afstaan
aan hun heer en ze mochten zijn land niet verlaten.
Horigen hadden behalve plichten ook een recht.

Welk recht hadden ze?

A
Als ze ziek werden of te oud waren om te werken, hadden ze recht op gratis voeding en verzorging door hun heer.
B
Bij gevaar van oorlog, plundering of roof, mochten ze veiligheid zoeken binnen de muren van het kasteel van hun heer.
C
Ze hadden het recht om hun kinderen tot hun tiende jaar gratis onderwijs te laten volgen op het kasteel van hun heer.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opfrisvraag 3. Vikingen

In Wieringen bevindt zich een historisch museum, het Viking Informatiecentrum
(VIC). Over welke periode van de geschiedenis gaat de informatie in dit centrum?

Over de periode tussen ongeveer:
A
500 - 800
B
800 - 1100
C
1100 - 1400
D
1400 - 1700

Slide 10 - Quiz

 4500 v. Chr. had het idee van de landbouw ook deze bosjagers bereikt. Zij hielden koeien en varkens op hoger gelegen plekken in het moeras. Maar vissen en jagen bleven hun voornaamste voedselbronnen.
Zij kenden wel granen en peulvruchten. Maar die verbouwden zij niet zelf. Daarvoor was de grond in het moeras veel te nat. Zij verkregen de granen en peulvruchten door ruilhandel met de “droge boeren” uit Oost-Nederland. Met name met de boeren van de Trechterbekercultuur.
Tussen 3700 en 3500 v. Chr. hebben de Swifterbandmensen hun woongebied in Flevoland verlaten. Waarschijnlijk als gevolg van wateroverlast. Het werd te nat om er nog langer te wonen.
Waar leefden de meeste mensen in de middeleeuwen?
A
Stad
B
Platteland

Slide 11 - Quiz

Landbouw staat in het teken van zelfvoorziening
Leenstelsel: Sleep de blauwe woorden naar de juiste plaats.
Leenman
Trouw
Leenheer
Leenman
Macht

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Op een rij
  • 400-500: Volksverhuizingen: Angelen, Saksen, Franken
  • 500: Clovis eerste christelijke koning van alle Franken
  • 622: Mohammed sticht de wereldgodsdienst de islam
  • 690: Willibrord begint met de kerstening v/d Lage Landen
  • 754: Bonifatius bij Dokkum vermoord
  • 800: Karel de Grote keizer
  • 800 - 1000: Invallen v/d Vikingen
  • 843: Frankische rijk verdeeld in drie rijken: Verdrag van Verdun
  • 925: De lage landen grotendeel bij het Duitse Rijk

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees 3.3 en 3.4 even door
Al gedaan of klaar? 

  • Bekijk de kaarten van tijdvak 3 (achterin je handreiking) - blz 49 - 51
  • Neem de begrippen uit het gele mapje door (3.1 - 3.3)
timer
7:50

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

3.3 De verspreiding van twee religies
Islam en Christendom (+/- 750)

 




Bron: handreiking geschiedenis

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Germanen
Rond 500 geloofden veel mensen in Nederland in Germaanse goden, zoals Donar en Freya.

Ook aanbaden ze bomen, stenen en de natuur. Christenen vonden dat verkeerd. Ze noemden deze mensen heidenen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot wat kunnen we deze Germaanse mythologie rekenen?
A
Polytheïsme
B
Monotheïsme

Slide 18 - Quiz

Polytheïsme: geloof in meerdere goden 

Monotheïsme - geloof in 1 god zoals Christendom

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verspreiding Christendom
  • 400: ontstaan Katholieke kerk- overleeft val Romeinse R.
  • Door volksverh. verdween Christendom in West-Europa *

500 – 1000 verspreiding Christendom 1000: bijna heel Europa Christelijk

  • Samenwerking paus en vorsten -                                    om te 
  • Snel groeiende rijkdom v/d kerk
  • Goede organisatie v/d kerk (toezicht, kloosters - feodalisme, onderwijs) - Karel de Grote

Veel Germ. stamgoden bekeerden zich tot Christendom (Franken - Frankische Rijk) - Clovis

695: missionaris Willibrord en 754: Bonifatius 
Missionarissen
Missionarissen waren monniken / geestelijken die van een christelijk gebied naar een niet-christelijk gebied trokken om die te bekeren tot het Christendom. 
kerstenen
het proces waarbij heidense volkeren zich, al dan niet massaal, tot het christendom bekeren

Slide 20 - Diapositive


Samenwerking tussen paus en vorsten: de paus stuurde missionarissen  (Missionarissen waren monniken die van een christelijk gebied naar een niet-christelijk gebied trokken om die te bekeren tot het Christendom.) door heel Europa om heidense volkeren te kerstenen). 
Karel de Grote, probeerde de verbinding met het Romeinse rijk te herstellen. Hij was door de paus gekroond. Hij had de taak om ervoor te zorgen dat iedereen op zijn grondgebied katholiek was. Hij kon veroveren en bekeren. Verspreidde het Christendom. Zo waren de franken het eerste Germaanse volk dat zich bekeerde. 

Germaanse volken zagen de missionarissen als indringers.
De missionarissen probeerden daarom Germaanse vorsten te bekeren.
Vervolgens dwongen veel vorsten hun onderdanen om christen te worden.
Om christen te worden, moest iemand worden gedoopt.
In 1000 was bijna heel Europa christelijk.
Mensen gingen leven volgens de christelijke normen en waarden.
Door de Grote volksverhuizingen rond 400-500 verdween het Christendom in West-Europa.

Waar in Europa bleef het Christendom wel voortbestaan?

Slide 21 - Question ouverte

*Religie bleef in Ierland en afgelegen delen van Engeland

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Monniken (en nonnen)
  • Engelse & Ierse monniken naar Nederland om heidenen te bekeren tot het Christendom
  • Willibrord 695 (Utrecht) en Bonifatius (Friesland) 754
  • Kerken en kloosters waaruit Christendom zich verspreidde
  • Leefden afgezonderd v/d rest v/d samenleving
  • Bewaarders v/d schriftelijke cultuur
  • Bidden, studeren en werken: 'Ora et Labora' (= Bid en Werk)
  • Vaak enige mensen die konden schrijven in de middeleeuwen 
Kloosters
Gebouwen waar mannen of vrouwen zich terugtrokken om hun leven aan god te wijden
Klooster Echternach
Klooster Echternach
De abdij van Echternach werd in 698 door Willibrord gesticht. Het is het eerste Angelsaksische klooster op het vasteland van Europa. Willibrord is hier gestorven en begraven.

Slide 23 - Diapositive

Willibrord was een van de predikers die vanuit Engeland in onze streken het christendom probeerde te verbreiden. Richten zich o.a. op de friezen en niet op de franken want die waren al via hun eigen koning tot het christendom bekeerd. 

Alleen geestelijken konden lezen en schrijven. Daardoor hadden ze vaak hoge posities als adviseurs van vorsten.

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verspreiding
Vanuit de kloosters verspreidden monniken het Christendom.

Ze reisden rond, vertelden over de bijbel en vernielden Germaanse heiligdommen.
Ze kregen vaak bescherming van de Frankische koningen.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grote rol
Het geloof kreeg een steeds grotere rol in het leven van mensen.
Ieder dorp had een kerk en een priester.
Hij vertelde de mensen hoe ze moesten leven. Als ze leefden volgens de bijbel, zouden ze in de hemel komen.
Veel mensen geloofden dat alleen de geestelijken contact konden maken met god en daarom luisterden ze goed naar hen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De Islam
  • 622: bewoners Medina bekeerd door Islam - Mohammed 
  • de Koran: het heilige boek van de moslims

  • 632: Verspreiding van de islam over Midden-Oosten, Afrika en Zuid-Europa 
  • 732: expansie tegengehouden

  • Spanningen tussen West-Europese en Arabische rijk

  • Bloei en welvaart tussen 800 en 1200

Slide 28 - Diapositive

In het jaar 622 ontstond in Mekka de islam. De stichter van dit geloof was de Arabische
koopman Mohammed. Zijn boodschap werd opgeschreven in de Koran, het heilige boek van de
moslims.
De islam verspreidde zich, na de dood van Mohammed in 632, doordat delen van Azië, Afrika
en Europa werden veroverd. Volgens de ´heilige oorlog´ is het de taak van moslims hun geloof
te verspreide
Geleerden namen veel kennis uit de Grieks-Romeinse cultuur over. Noem een voorbeeld.

Slide 29 - Carte mentale

Door hun veroveringen verzamelden Arabieren veel kennis.
Geneeskunde: de Arabieren wisten dat je veel ziektes kunt voorkomen door goede hygiëne.
Wiskunde: de Arabieren leerden dat je met de cijfers 0 tot en met 9 veel gemakkelijker kunt rekenen dan met de Romeinse cijfers.
Aardrijkskunde: Arabische geleerden verzamelden en combineerden de kennis van de wereld in goede topografische kaarten.
Opdrachten H3
1. Je maakt de vragen uit het werkboek 3.3 en 3.4
2. Je vult jouw schema in voor tijdvak 3

Keuze: 
2.A. Je maakt de vragen uit het werkboek - opdrachten bij dit tijdvak
Kijk de opdrachten na -> zie bestand in Teams!

2B. Je gaat met een klasgenoot uiteen in een break-out room om de vragen te maken, tijdvak 3 samen te vatten of begrippen uit te wisselen met elkaar (achterin je boek + gele mapje).

+ schema aanvullen (vergeet dit niet!)

timer
20:00

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het komende werkmomentje
Werk ik graag alleen
Werk ik graag samen in een break-out room

Slide 31 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vond je van de les?

Slide 32 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Afronding & les 7
Huiswerk
  • H4 lezen lezen
  • Schema H3 afmaken (volgende week wil ik die van iedereen zien)
  • Optioneel: filmpjes na deze les bekijken

Volgende week - les 7 -  Tijdvak 4 - deel 1
  • 4.1 en 4.2

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions