Week 1 Onderdeel B1 ontwikkeling baby/ knutselopdracht kiezen voor gezond


Week 1 B1

  •  Ontwikkeling van een baby 

  • Kiezen voor gezond!
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon


Week 1 B1

  •  Ontwikkeling van een baby 

  • Kiezen voor gezond!

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel 
Aan het einde van deze les:

  1. Kun je vertellen hoe de ontwikkeling van een baby verloopt

  2. Ben je in staat om een passende activiteit aan te bieden voor een 2/3 jarige  op een kinderdagverblijf gericht op gezonde voeding

Slide 2 - Diapositive

Hoe ziet deze les eruit?
1. Introductie Mens en Gezondheid
2. LessonUp 
3. Knutselactiviteit maken en uitwerken

Slide 3 - Diapositive

Ontwikkeling van de baby

  1. Lichamelijke ontwikkeling
  2. Geestelijke ontwikkeling
  3. Sociaal-emotionele ontwikkeling 

Slide 4 - Diapositive

1. Lichamelijke ontwikkeling van de baby's



Grove motoriek

  • Grove > Grote bewegingen
  • Bijvoorbeeld: Lopen, zwemmen, fietsen, rennen en traplopen

Fijne Motoriek
  • Kleinere bewegingen (Die je met je handen en vingers maakt)
  • Bijvoorbeeld: Tekenen en schrijven




Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Lichamelijke ontwikkeling baby
In de eerste twee jaar van je leven veranderd er ontzettend veel
Bij de geboorte weegt een kind ongeveer 3500 gram en is hij ongeveer 50 cm lang.
Aan het eind van het eerste jaar is het kind ongeveer 75 cm lang en weegt hij ongeveer 10 kg.

De bewegingen die een baby maakt worden reflexbewegingen genoemd. Een reflexbeweging is een beweging die een baby onbewust (zonder na te denken) maakt. 

Iedere baby ontwikkeld zich op zijn eigen tempo. 
Op de volgende pagina zie je een afbeelding waarin de lichamelijke ontwikkeling is weergegeven.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

In welke situatie wordt de fijne motoriek gestimuleerd?
A
Fietsen met zijwieltjes
B
Figuren knippen
C
Paardrijden
D
Touwtje springen

Slide 9 - Quiz

In welke situatie wordt de grove motoriek gestimuleerd?
A
Schrijven
B
Kralen rijgen
C
binnen de lijntjes kleuren
D
Paardrijden

Slide 10 - Quiz

Met 3 maanden kan een baby zitten zonder ondersteuning
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Een baby kan met 8 maanden kruipen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Met 10 maanden kan een baby goed lopen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met de lichamelijke ontwikkeling?
A
De ontwikkeling van de hersenen
B
De ontwikkeling van het lichaam en de motoriek
C
De ontwikkeling van je eigen ik en het omgaan met anderen
D
De ontwikkeling van je contacten

Slide 14 - Quiz

Maak Opdracht 1 (methode)
  • Mens & gezondheid
  • 1 Blok 1 Kinderdagverblijf
  • Ontwikkeling van een baby 
  • Opdracht 1:  De lichamelijke ontwikkeling van een baby  
  • 1.1 tot en met  1.5 

Slide 15 - Diapositive

2. Geestelijke ontwikkeling: Taalontwikkeling 
  1. Huilen: Een jonge baby kan nog niet praten, alleen nog maar huilen.
  2. Brabbelen: Na ongeveer 5 maanden maakt het kind allerlei brabbelgeluiden, dit doet hij voor zijn plezier.
  3. Imiteren: De baby vangt geluiden op en herkent de stem van zijn vader of moeder. Hij gaat klanken nadoen, bijvoorbeeld ''mama'' zeggen.
  4.  Een woord: Een baby van ongeveer 9 maanden begint woorden te begrijpen. Hij gaat zijn eerste woordjes zeggen.
  5. Kleine (volledige) zinnetjes: Als de baby ongeveer anderhalf jaar oud is, gaat hij zinnetjes van twee of drie woorden zeggen bijvoorbeeld: '' papa doen''

Slide 16 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met de geestelijke ontwikkeling?
A
De ontwikkeling van de hersenen
B
De ontwikkeling van het lichaam en de motoriek
C
De ontwikkeling van je eigen ik en de omgang met anderen
D
De ontwikkeling van je motoriek

Slide 17 - Quiz

Opdracht 2 (methode)
  • Mens & gezondheid
  • 1 Blok 1 Kinderdagverblijf
  • Ontwikkeling van een baby 
  • Opdracht 2: De geestelijke ontwikkeling van een baby 
  •  2.1, 2.2 en 2.3

Slide 18 - Diapositive

Bij welke ontwikkeling hoort het als een baby z'n eerste woordje zegt?
A
Sociale ontwikkeling
B
Motorische ontwikkeling
C
Lichamelijke ontwikkeling
D
Geestelijke ontwikkeling

Slide 19 - Quiz

Sociaal-emotionele ontwikkeling: 
De baby groeit en leert praten. Het kan steeds meer duidelijk maken aan zijn omgeving. Hierdoor leert het kind om met anderen om te gaan.
 
Sociale - emotionele ontwikkeling: leren omgaan met anderen  

Net als de taalontwikkeling gaat de sociaal-emotionele ontwikkeling in stapjes 

Slide 20 - Diapositive

Bij welke ontwikkeling hoort het spelen van een rollenspel?
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Sociale ontwikkeling
C
Motorische ontwikkeling
D
Geestelijke ontwikkeling

Slide 21 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met de sociaal-emotionele ontwikkeling?
A
De ontwikkeling van de hersenen
B
De ontwikkeling van het lichaam en de motoriek
C
De ontwikkeling van de eigen ik en de omgang met elkaar
D
De ontwikkeling van de motoriek

Slide 22 - Quiz

Opdracht 3 (methode)
  • Mens & gezondheid
  • 1 Blok 1 Kinderdagverblijf
  • Ontwikkeling van een baby 
  • Opdracht 3: Sociale ontwikkeling van een baby 
  •  3.1 & 3.2 

Slide 23 - Diapositive

Opdracht 7: Kiezen voor gezond
Je loopt stage bij kinderdagverblijf "De Regenboog".
Tijdens de themaweek "Kiezen voor gezond" worden er activiteiten georganiseerd om ouders en kinderen bewust te maken van het belang van gezonde voeding en een gezonde leefstijl.
Aan jou wordt gevraagd om een knutselopdracht te verzinnen  voor de kinderen van 2/3 jaar.  Je maakt uiteraard een mooi voorbeeld  en daarna een instructie voor de andere leidsters. 



Slide 24 - Diapositive

Opdracht 7: Kiezen voor gezond
Hoe ga je te werk:

1) Zoek uit welke motorische vaardigheden een kind van 2/3 heeft
2) Bedenk een passende knutselopdracht (pinterest) met als thema: Kiezen voor gezond! 
3) Maak een voorbeeld
4) Maak een korte instructie voor de andere leidsters 
5) Lever de instructie in  & een foto van je knutselwerk  in Classroom. 


Slide 25 - Diapositive

Afsluiting les:
Wat ging goed?
Wat kan beter?
Wat kan ik thuis na vertellen van deze les?


Slide 26 - Diapositive