2HV - gelijkenissen (1)

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Hoe werden de leerlingen van Jezus na de hemelvaart genoemd?

1. discipel
2. apostel
3. rabbi

Welke twee mannen schreven over de geboorte van Jezus?

1. Matteüs
2. Marcus
3. Lucas
4. Johannes

Hoe worden de Bijbelboeken over het leven van Jezus genoemd?

Wat betekent de naam 'Jezus'?

1. Zoon van God
2. God redt
3. Gezalfde
4. Bijzonder kind

Welk verhaal vertelt deze foto?

Wat zou de boodschap van het verhaal kunnen zijn?

1. Dat je je kamer ook echt moet opruimen
2. Dat je creatief onder je klusjes uit kunt komen
3. Dat je niet alleen moet praten over wat God zegt, maar het ook moet doen
4. Dat God het fijn vindt als je veel over hem praat.

Wat past NIET
bij het Koninkrijk van God?

1. racisme
2. plezier
3. sport
4. vriendschap

Wat is geen kenmerk van een gelijkenis?

1. Het gaat over het dagelijks leven
2. Het verhaal heeft een verrassende wending
3. Het is bedoeld om iets te leren
4. Het verhaal is waargebeurd

Leg in je eigen woorden het begrip 'farizeeën' uit

Op blz. 82 zie je bij opdracht 4 een rijtje met woorden.

Noteer hieronder welke drie woorden jij vindt passen bij: de vader, de oudste zoon en de jongste zoon

De verloren zoon, wat is het gewone of alledaagse aan dit verhaal?

1. dat de jongste zoon niet meer thuis wil blijven
2. dat hij al zijn geld opmaakt
3. dat hij in de problemen komt en honger lijdt
4. alle drie zijn 'normaal'

De verloren zoon, wat is de bijzondere wending in dit verhaal?

1. dat zijn geld op raakt en hij honger krijgt
2. dat hij weer naar huis wil
3. dat zijn vader zo blij is met zijn terugkomst
4. dat de oudste broer er nu niet bij wil horen

Wie is aan het eind van het verhaal nu eigenlijk de verloren zoon? Leg uit.
Wat moet hij anders gaan doen?

00:36

Uit welk land was het volk Israël vetrokken onder leiding van Mozes?

1. Israël
2. Babylonië
3. Egypte
4. Syrië

01:23

Wat veranderd er volgens Jezus als je hem gaat volgen? Noem 1 ding

01:56

Hoe werden de belastingambtenaren in Jezus' tijd genoemd?

1. Farizeeën
2. Tollenaars
3. Belastinginners
4. halve Romeinen

02:52

Leg uit: wat is het verschil tussen de oudste en de jongste zoon?

03:49

Wat laat de vader halen voor zijn zoon?

1. Mooie kleren
2. Schoenen
3. Een dure ring
4. Al deze dingen

04:36

Waarom denk je dat de vader zegt
'je broer was dood, maar hij leeft weer'?