§8.1 - Het werkt

Hulp bij onderzoek
-> Kom in de Lessonup
- Klik op de link
- Beantwoord de 3 vragen eerlijk
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hulp bij onderzoek
-> Kom in de Lessonup
- Klik op de link
- Beantwoord de 3 vragen eerlijk

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom
- Spullen op tafel, startklaar.
- Les §8.1 - Het werkt
- Vooruitblik.
Leerdoelen
- Je kunt van orgaanstelsels benoemen welke organen erbij horen en wat de functie is.
- Je kunt uitleggen hoe orgaanstelsels samenwerken.
- Je kunt uitleggen hoe spieren aan energie komen en hoe de afvalstoffen ervan uit je lichaam gaan.
- Je kunt de onderdelen van een cel benoemen en beschrijven wat hun functie is.

Huiswerk
Lezen (Lz) §8.1
Maken (Mk) Opdrachten §8.1


Herhalen hoofdstuk 7

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LessonUp Klas
https://LessonUp.app/invite/group/uyqek

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stoffen hebben we nodig om te kunnen bewegen?
A
zuurstof, glucose
B
water, glucose
C
water, zuurstof
D
zuurstof, water, glucose

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een orgaanstelsel?
A
alle organen die werken
B
alle organen die bezig zijn met leven
C
alle levende organen
D
alle organen die samenwerken aan 1 taak

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke onderdelen van het lichaam vindt er verbranding plaats?
A
maag
B
cellen
C
lever
D
darmen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je weet welke orgaanstelsels je hebt en kunt ze benoemen
  • Je kunt  beschrijven hoe spieren aan energie komen
  • Je kunt de verbranding van glucose opschrijven


    VWO
  • Je kunt de verschillende celorganellen en hun fucnties benoemen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De werking van je lichaam
Organenstelsel: organen die samenwerken aan dezelfde taak.
Organen: delen van het lichaam met een bepaalde taak.
Weefsel: cellen in een orgaan die samenwerken aan dezelfde taak 
Cellen: je organen zijn opgebouwd uit cellen

Romp: zitten de meeste organen
Middenrif: verdeelt in buikholte en borstholte.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00
Noem verschillende orgaanstelsels

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Je moet kennen: het verteringsstelsel, het ademhalingsstelsel, het bloedvatenstelsel, het zenuwstelsel en het uitscheidingsstelsel.

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de taak van het ademhalingsstelsel?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de taak van het bloedvatenstelsel?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de taak van het verteringsstelsel?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe komt een spier aan glucose en zuurstof ?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbranding bij organismen
Ieder levend wezen doet altijd aan verbranding!
Verbranding is niet altijd even hoog; als je beweegt verbrand je meer/sneller
Elke cel doet aan verbranding

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

samenwerken
Hoe komen spieren aan energie ?

Verbranding:
Glucose + zuurstof = 
energie + koolstofdioxide + water

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie in de spieren
Energierijke stoffen: voedingsstoffen met veel energie, bv koolhydraten.
Glucose: belangrijkste energierijke stof.
Zuurstof: omzetten glucose --energie door verbranding.
Afvalstoffen: water en CO2.

Verbranding vindt plaats in je cellen. Het levert ook warmte op.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het reactieschema van de verbranding op.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stoffen ontstaan er na een verbranding?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerken van afvalstoffen
Afvalstoffen gaan weer in het bloed en die worden op 3 manieren verwijderd, dat noem je uitscheiden.

  1. je longen (adem)
  2. je nieren (plas)
  3. je huid (zweet)

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stoffen hebben we nodig om te kunnen bewegen?
A
zuurstof, glucose
B
water, glucose
C
water, zuurstof
D
zuurstof, water, glucose

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een orgaanstelsel?
A
alle organen die werken
B
alle organen die bezig zijn met leven
C
alle levende organen
D
alle organen die samenwerken aan 1 taak

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke onderdelen van het lichaam vindt er verbranding plaats?
A
maag
B
cellen
C
lever
D
darmen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar haal je je energie uit?
A
slapen
B
eten
C
rennen
D
drinken

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn je afvalproducten?
A
co2 en energie
B
water en warmte
C
co2 en warmte
D
water, co2 en warmte

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg in eigen woorden uit hoe spieren aan energie komen. Gebruik de geleerde begrippen (en leg die ook uit in je antwoord).

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Celkern
Celmembraan
Mitochondrium
Cytoplasma
Transportkanalen
Ribosoom

Slide 30 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van de celkern?
A
Sturen van alle processen in de cel
B
Beschermen van de het DNA
C
Beide antwoorden zijn goed

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaruit komt het ''recept'' voor eiwitten?
A
ER
B
Mitochondrium
C
Golgi-systeem
D
Celkern

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bevindt zich in de celkern?
A
De belangrijkste Eiwitten
B
bladgroenkorrel
C
DNA
D
Vacuole

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er afgebroken in een mitochondrium?
A
Koolstofdioxide
B
Glucose
C
Water
D
Zuurstof

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vooruitblik
§8.2 - Je ademt
Huiswerk
- Mk. §8.1

- Lz. §8.2

Herhaal hoofdstuk 7
Aan de slag
- Mk. §8.1
- Lz. §8.2
- Begrippenlijst maken
- Samenvatten
- Oefenen op www.biologiepagina.nl

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions